(5) SCHAKELAAR ACTIVERING MAAIMECHANISME
Wanneer u op het gedeelte met het symbool drukt, wordt het maaimechanisme ingeschakeld. Wanneer
u op het gedeelte zonder het symbool drukt, wordt het maaimechanisme uitgeschakeld.
(6) INDICATIELAMPJE ACTIVERING MAAIMECHANISME EN UITLOOP
Deze indicator geeft aan dat het maaimechanisme is ingeschakeld en omlaag staat.
Lampje brandt
(7) HENDEL PARKEERREM
2
1
(8) REMPEDAAL
(9) VERGRENDELINGSPEDAAL DIFFERENTIEEL
Het pedaal wordt alleen gebruikt als dat nodig is en wanneer u recht vooruit rijdt. De hendel heeft twee
posities:
UITGESCHAKELD
INGESCHAKELD
Het maaimechanisme is ingeschakeld
Het maaimechanisme is uitgeschakeld, maar de messen draaien
Knippert
nog (de indicator knippert ongeveer 10 seconden)
De hendel van de parkeerrem heeft twee posities. In positie (1) is de rem niet
ingeschakeld, wanneer u de hendel in positie (2) hebt gezet en het rempedaal
indrukt, wordt de parkeerrem ingeschakeld (remt).
Wanneer u op het rempedaal drukt, wordt de parkeerrem uitgeschakeld en
wordt de hendel automatisch vrijgegeven en in positie (1) gezet.
De tractormaaier gaat langzamer rijden wanneer u het rempedaal indrukt.
Gebruik de rem nooit tegelijkertijd met de functie voor de rijrichting - het
gevaar bestaat dat u dan de transmissie beschadigt.
Wanneer u het pedaal indrukt, wordt de vergrendeling ingeschakeld.
Wanneer
u
het
uitgeschakeld.
Het maaimechanisme uitschakelen / het
maaimechanisme is uitgeschakeld.
Het maaimechanisme inschakelen
pedaal
loslaat,
wordt
187
de
vergrendeling
automatisch