Veel te hoge snelheid, het niet aanpassen van de snelheid aan de actuele omstandigheden en kenmerken
van het terrein.
Plotseling remmen waarbij de wielen blokkeren.
De machine gebruiken voor doeleinden waarvoor zij niet is ontworpen.
2.1.4 Na het voltooien van de werkzaamheden met de machine
! Houd de machine en de accessoires altijd goed schoon en in goede technische staat.
! De roterende messen zijn scherp en kunnen verwondingen veroorzaken. Draag altijd beschermende
handschoenen of omwikkel de messen, wanneer u de messen hanteert.
! Controleer regelmatig de moeren en bouten waarmee de messen vastzitten en controleer dat zij met
het juiste hoeveelheid aanzetmoment zijn aangedraaid (
! Let er vooral op dat de borgmoeren goed vastzitten. Wanneer de moer voor een tweede keer wordt
losgedraaid, neemt de kracht van de bevestiging af en moet de moer worden vervangen door een
nieuwe.
! Inspecteer regelmatig alle componenten en vervang de componenten die volgens de aanbevelingen
van de fabrikant moeten worden vervangen.
2.2 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR HET WERKEN OP HELLINGEN
Hellingen zijn de voornaamste oorzaak van ongelukken, verlies van controle over de machine en de
daaropvolgende zijwaartse kanteling, die kunnen leiden tot ongevallen met ernstig letsel en dodelijke
afloop. Het maaien op hellingen vraagt altijd meer aandacht van de gebruiker. Als u niet zeker bent van
uzelf, of als het werk boven uw macht is, maai dan niet op hellingen.
! Tractormaaiers kunnen worden gebruikt op hellingen van maximaal 10° (17%) en wanneer de 4x4-
aandrijving wordt gebruikt, op hellingen van maximaal 15° (27%) , parallel aan de helling, d.w.z.
omhoog en omlaag. Meer informatie
! Ga extra voorzichtig te werk wanneer u van richting verandert. Draai alleen op een helling als het
werkelijk niet anders kan.
! Kijk goed uit voor gaten, wortels en ongelijk terrein. Oneffen terrein kan ertoe leiden dat uw machine
omvalt. Hoog gras kan obstakels aan het zicht onttrekken. Verwijder daarom van tevoren alle ongewenste
voorwerpen uit het terrein dat u wilt maaien.
! Kies een zodanige snelheid dat u niet hoeft te stoppen op een heuvel.
! Ga zeer voorzichtig te werk wanneer u de grasopvangbak bevestigt of andere aansluitingen tot stand
brengt. Aanhangers kunnen de stabiliteit van de machine doen afnemen.
! Voer alle bewegingen op een helling langzaam en gelijkmatig uit. Verander niet plotseling van snelheid
of richting.
! Start of stop niet op een helling. Als de wielen tractie verliezen, stop dan de aandrijving van de messen
en rij langzaam van de helling.
! Begin op een helling zeer voorzichtig en langzaam te rijden zodat de machine niet de "wegspringt".
Verminder altijd de rijsnelheid van de machine voor de helling en breng vooral de snelheid tot een minimum
terug wanneer u naar beneden rijdt, zodat u kunt profiteren van het remmende effect van de transmissie.
2.3 KINDVEILIGHEID
Als de gebruiker niet alert is op de aanwezigheid van kinderen kan er een tragisch ongeluk plaatsvinden.
De beweging van een tractormaaier trekt de aandacht van kinderen. Ga er nooit van uit dat kinderen op
de plaats zullen blijven waar u ze het laatst zag.
! Laat geen kinderen toe zonder toezicht op terreinen waar u bezig bent met het maaien van het gras.
! Geef kinderen nooit toestemming de maaier te bedienen!
! Wees altijd voorbereid - zet de motor af als er kinderen naar u toe komen.
! Kijk voor en tijdens het achteruitrijden achter u en naar de grond.
! Vervoer geen kinderen, zij kunnen vallen en zich ernstig verwonden of er kan een gevaarlijke situatie
ontstaan als zij de bediening van de tractormaaier verhinderen. Laat nooit kinderen de maaier bedienen.
! Wees extra voorzichtig op plaatsen met beperkt zicht (bij bomen, struiken, muren, enz.).
6.3.6).
5.5.4.
197