7.4. UITSCHAKELEN
ON
Het apparaat moet uitgeschakeld worden in
elk geval waarin er problemen zijn tijdens het
functioneren (zie opsporen van defecten).
Het product is ontworpen voor een continue
functionering; het wordt pas uitgezet door de stroom
uit te schakelen door middel van de daarvoor
voorziene ontkoppelingssystemen (zie par. 6.5
Elektrische aansluiting).
8. ONDERHOUD
De noodzaak van periodiek onderhoud hangt af van
de aanwezigheid van zand in het water. Voor elke
vorm van onderhoud dient men de elektrische
aansluitingen los te nemen.
NL
De onderhoudswerkzaamheden die niet in dit
handboek zijn beschreven mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door gespecialiseerd personeel dat door
de firma Calpeda S.p.A. wordt gestuurd.
Voor overige technische informatie betreffende het
gebruik of onderhoud van de machine kunt u contact
opnemen met de firma Calpeda S.p.A.
8.1. Gewoon onderhoud
ON
De opgenomen stroom en druk door de pomp
geleverd, moet regelmatig gecontroleerd worden.
Deze procedure moet vaak uitgevoerd worden als
het water een aanzienlijke hoeveelheid zand bevat.
In geval van veiligheids'/noodsystemen, is het aan te
raden de pompen
1 keer in de maand te laten draaien om het
blokkeringsrisico te
vermijden en een perfect rendement te behouden.
9. VERWERKING
OFF
De verwerking van het apparaat moet toevertrouwd
worden aan bedrijven die gespecialiseerd zijn in de
sloop van metaalproducten om goed overeen te
komen hoe te handelen.
Voor de verwerking moeten de wetsbepalingen die
gelden in het land waar de verwerking plaatsvindt
in acht worden genomen, evenals wat bepaald is
door de internationale wetgeving voor wat betreft de
bescherming van het milieu.
10. RESERVEONDERDELEN
10.1.
Wijzen om reserveonderdelen aan te
vragen
Bij eventuele verzoeken om reserveonderdelen moet
de naam, het positienummer in de sectietekening
en de gegevens van het plaatje (type, datum en
serienummer) worden gepreciseerd.
De bestelling kan bij de firma Calpeda S.p.A. worden
gedaan per telefoon, fax of e-mail.
Pagina 42 / 72
11. BENAMING
Nr. Part designation
10.16 Gasket
12.01 Delivery casing
12.02 Bush casing
12.03 Bearing sleeve (stationary part)
12.04 Valve guide
12.05 Circlip
12.06 Valve seat
12.10 Valve set
12.12 Valve joint
12.16 Plug
12.30 Stage bearing sleeve
12.31 Bearing sleeve (rotating part)
13.12 Counterflange, delivery side
13.13 Flange gasket, delivery side
13.16 Bout
14.02 Buitenmantel
14.54 Slijtring
15.20 Bout
15.50 Strainer
25.02 Waaierhuis
25.04 Gasket
25.06 Bout
26.00 Diffuser (pump)
26.02 Diffuser plate
26.08 Diffuser sleeve
26.10 Conveyor ring
28.00 Waaier
28.02 Counter thrust bearing ring
28.04 Waaiermoer
28.05 Circlip
28.07 Schijf
28.08 Schijf
28.20 Spie waaier
28.24 Sluitlager
32.02 Suiglantaarnstuk
34.02 Bovendeksel
46.50 Zandbeschermring
64.00 Pompas
64.08 Asbus
64.10 Lagerbus
64.13 Boven afstandbus
64.14 Onder afstandsbus
64.15 Tussenatstandsbus
64.18 Afstandsbus
64.19 Afstandsbus
64.20 Spie voor aseind
64.21 Koppeling
64.22 Koppelingset
64.23 Schijf
64.24 Breekpen
64.25 Bout
64.26 Tussenbus
70.13 Schijf
70.19 Moer
70.20 Bout
96.00 Kabel
96.04 Kabelbeschermer
96.08 Klem
96.09 Bout
99.00 Complete motor
Wijzigingen voorbehouden.
SD, SDX, SDS_Rev15 - Bedieningsvoorschrift