#
van een hijsmiddel.
De nominale draagcapaciteit van een hijsmiddel is afhankelijk
van de aanslagmethode. De verandering van draagcapaciteit
wordt met de lastaanslagfactor (M) aangeduid. De nominale draag-
capaciteit van een hijsmiddel wordt in de aanslagmethode "gewoon
direct" vermeld. De lastaanslagfactoren (M) voor de overige aanslag-
19 20 21 22 23
methodes
#
Het gebruik van hijsbanden/singelbandhijskettingen in combina-
tie met chemicaliën is uitsluitend toegestaan na overleg met de
fabrikant. Om dit te kunnen bepalen, is de volgende informatie nodig:
chemicaliën, concentratie, temperatuur en verblijftijd.
#
De gebruiker dient de hijsbanden/singelbandhijskettingen die
met zuren, logen of andere agressieve stoffen in contact geko-
men zijn te reinigen voor dat deze opgeslagen of opnieuw gebruikt wor-
den. Voor meer informatie over de reinigingsmethodes kunt u contact
opnemen met uw SpanSet-dealer of direct met SpanSet.
#
Bij vorst ontstaan in vochtige hijsbanden/singelbandhijskettingen ijs-
kristallen die het dragende weefsel kunnen beschadigen. Dit kan leiden
tot verlies van stevigheid. Natte hijsbanden dienen dan ook voordat ze opnieuw
gebruikt worden in een goed geventileerde ruimte gedroogd te worden.
#
Hijsbanden van polyester (PES) zijn met een blauw etiket gemar-
keerd en hijsbanden van polyamide (PA) met een groen etiket.
Het gebruik van PES- en PA-hijsbanden is probleemloos mogelijk bij een
temperatuur tussen -40°C en +100°C. Hijsbanden van polypropyleen
(PP) zijn met een bruin etiket gemarkeerd en kunnen zonder probleem
bij een temperatuur tussen –40°C en +80°C gebruikt worden.
#
Gebruik nooit hijsbanden/singelbandhijskettingen als het etiket
ontbreekt of onleesbaar geworden is, omdat het ontbreken van
veiligheidsaanwijzingen tot een verkeerd gebruik kan leiden.
wordt o.a. in deze handleiding vermeld.
37
c