NL
8.6
Menu-item 5: "Camera Setup"
Op de menupagina "CAMERA SETUP" wordt voor
B
elke camera individueel vastgelegd, of het signaal
mag worden geregistreerd en op welke monitor
weergegeven. Bovendien kan hier het waarschu-
wingssignaal voor de live-opnamemodus worden in-
geschakeld.
CAMERA SETUP
Live Record Buzzer:
CAMERA ENABLE:
MAIN
SPOT
1: ON
ON
2: ON
AUS
3: OFF
ON
4: ON
ON
5: ON
ON
6: ON
ON
7: ON
ON
8: ON
ON
9: ON
ON
10: OFF
ON
11: ON
ON
12: ON
ON
13: ON
ON
14: ON
ON
15: OFF
ON
16: ON
ON
"Live Record Buzzer" bepaalt of tijdens de live-op-
namemodus (ter herinnering dat de overige came-
ra's momenteel niet worden geregistreerd) elke
20 sec een signaal weerklinkt ("ON") of niet ("OFF").
1. Selecteer "Live Record Buzzer" met de toets
of
.
2. Druk op de toets SET.
3. Selecteer "ON" of "OFF" met de toets
4. Druk op de toets SET.
Onder "CAMERA ENABLE" wordt voor elke ca-
mera afzonderlijk vastgelegd of ze op de hoofdmo-
nitor weergegeven, op de spotmonitor weergegeven
en opgenomen mag worden ("ON") of niet ("OFF").
1. Druk op de cijfertoets met het nummer van de in
te stellen camera of selecteer de regel met de
toets
of
.
2. Druk op de toets SET.
8.6
Punto 5: "Camera Setup"
E
En la página menú "CAMERA SETUP", determina
individualmente para cada cámara si la señal debe
grabarse y en que monitor debe visualizarse.
Además, puede también conectar la señal de alerta
para el modo de grabación en directo.
CAMERA SETUP
Live Record Buzzer:
CAMERA ENABLE:
MAIN
SPOT
1: ON
ON
2: ON
AUS
3: OFF
ON
4: ON
ON
5: ON
ON
6: ON
ON
7: ON
ON
8: ON
ON
9: ON
ON
10: OFF
ON
11: ON
ON
12: ON
ON
13: ON
ON
14: ON
ON
15: OFF
ON
16: ON
ON
"Live Record Buzzer" determina, si durante el
modo de grabación en directo (para recordar que
las otras cámaras no están de momento grabadas),
una señal sonora se emite ("ON") todos los 20 se-
gundos o no ("OFF").
1. Con la tecla
o
, seleccione "Live Record
Buzzer".
2. Pulse la tecla SET.
3. Con la tecla
o
, regule "ON" o "OFF".
4. Pulse la tecla SET.
En "CAMERA ENABLE", determina para cada cá-
mara individualmente si se visualiza en el monitor
principal, en el monitor spot y si debe estar graba-
das ("ON") o no ("OFF").
1. Pulse la tecla numerada que tiene él número de
la cámara para regular, o seleccione la línea con
la tecla
o
.
2. Pulse la tecla SET.
66
3. Selecteer met de toets
"OFF" voor de weergave op de hoofdmonitor
("MAIN").
4. Spring met de toets
veld.
5. Selecteer met de toets
"OFF" voor de weergave op de spotmonitor
("SPOT").
6. Spring met de toets
ON
veld.
7. Selecteer met de toets
RECORD
ON
"OFF" voor de opname ("RECORD").
ON
8. Druk op de toets SET.
OFF
ON
Herhaal de stappen 1 tot 8 tot alle gewenste came-
ON
ra's zijn ingesteld.
ON
Opmerking: Indien voor een camera onder "RE-
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
OFF
OFF
OFF
Om de pagina te verlaten, springt u met de toets
MENU terug naar het hoofdmenu.
8.7
Op de menupagina "ALARM INPUT SETUP" wordt
voor elke alarmingang vastgelegd, of hij toegelaten
wordt en, indien ja, welke polariteit het signaal heeft
dat het alarm heeft geactiveerd. Bovendien kan hier
de mogelijkheid van een alarmbevestiging via het
of
.
toetsenbord worden uitgeschakeld.
Alarm
1: NO
2: NC
3: OFF
4: NC
5: NO
6: OFF
7: OFF
8: OFF
3. Con la tecla
"OFF" para la visualización en pantalla en el mo-
nitor principal ("MAIN").
4. Con la tecla
5. Con la tecla
"OFF" para la visualización en el monitor spot
("SPOT").
6. Con la tecla
ON
7. Con la tecla
CORD") la opción "ON" o "OFF".
RECORD
8. Pulse la tecla SET.
ON
ON
Repita las etapas 1 a 8 hasta que todas las cámaras
OFF
estén reguladas.
ON
ON
Ojo: si para una cámara, el reglaje "ON" se elige en
ON
el campo "RECORD", la imagen de esta cá-
ON
mara no envía solo al vídeo cuando en la en-
ON
ON
trada correspondiente de la cámara, una señal
ON
vídeo se detecta.
ON
ON
Para salir de la página, vuelva al menú principal con
ON
la tecla MENU.
OFF
OFF
OFF
8.7
En la página "ALARM INPUT SETUP", determina,
para cada entrada de alarma, si está autorizada y si
es el caso, que polaridad tiene la señal que conecta
la alarma. A más, puede desconectar la posibilidad
de desconectar una alarma vía el teclado.
Alarm
1: NO
2: NC
3: OFF
4: NC
5: NO
6: OFF
7: OFF
8: OFF
"Alarm Reset button" determina si una alarma
conectada puede desconectarse por una doble pre-
sión rápida en la tecla SELECT (2) ("Enable") o no
("Disable").
1. Con la tecla
Button".
2. Pulse la tecla SET.
of
de optie "ON" of
naar het volgende invoer-
of
de optie "ON" of
naar het volgende invoer-
of
de optie "ON" of
CORD" de instelling "ON" is geselec-
teerd, wordt het beeld van deze camera
enkel naar de videorecorder gestuurd,
wanneer op de betreffende camera-in-
gang een videosignaal wordt gedetec-
teerd.
Menu-item 6: "Alarm Input Setup"
ALARM INPUT SETUP
Reset
Button:
9: OFF
10: OFF
11: OFF
12: OFF
13: NO
14: OFF
15: OFF
16: NC
o
seleccione la opción "ON" o
vaya al campo de datos siguiente.
o
seleccione la opción "ON" o
vaya al campo de datos siguiente.
o
elija para la grabación ("RE-
Punto 6: "Alarm Input Setup"
ALARM INPUT SETUP
Reset
Button:
9: OFF
10: OFF
11: OFF
12: OFF
13: NO
14: OFF
15: OFF
16: NC
o
, seleccione "Alarm Reset
Met "Alarm Reset Button" stelt u in of een opge-
treden alarm door tweemaal kort na elkaar op de
toets SELECT (2) te drukken kan worden afgebro-
ken ("Enable") of niet ("Disable").
1. Selecteer "Alarm Reset Button" met de toets
of
.
2. Druk op de toets SET.
3. Selecteer "Enable" of "Disable" met de toets
.
4. Druk op de toets SET.
Na de nummers "1" tot "16" wordt geselecteerd
met welke polariteit een signaal op een overeen-
komstige alarmingang een alarm activeert dan wel
of de alarmingang moet worden genegeerd. Hierbij
betekent:
"NO" (normally open):
Een sluitcontact of Low-niveau van een TLL- of
CMOS-logica-uitgang doet een alarm in werking
treden.
"NC" (normally closed):
Een verbreekcontact of High-niveau van een
TLL- of CMOS-logica-uitgang doet een alarm in
werking treden.
"OFF": De alarmingang is buiten gebruik.
1. Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de
alarmingang of selecteer het nummer met de
toets
of
.
2. Druk op de toets SET.
3. Selecteer "NO", "NC" of "OFF" met de toets
.
4. Druk op de toets SET.
Herhaal de stappen 1 tot 4 tot alle gewenste alarm-
ingangen zijn ingesteld.
Enable
Om de pagina te verlaten, springt u met de toets
MENU terug naar het hoofdmenu.
8.8
Menu-item 7: "Schedule, Alarms Setup"
Op de menupagina "Schedule, Alarms Setup" wordt
de reactie van de multiplexer op de verschillende
alarmtypes ingesteld.
3. Con la tecla
o
4. Pulse la tecla SET.
Detrás de los números "1" a "16" seleccione con
que polaridad una señal presente en una entrada de
alarma correspondiente debe detectar una alarma o
si la entrada de alarma debe ser ignorada. Esto si-
gnifica:
"NO" (normally open):
Un contacto de cierre o bajo nivel de una salida
TTL o CMOS detecta una alarme.
"NC" (normally closed):
Un contacto de apertura o alto nivel de una salida
TTL o CMOS detecta una alarma.
"OFF": la entrada de alarma está fuera de función.
1. Pulse la tecla numerada correspondiente a la
entrada de alarma o seleccione él número con la
tecla
o
.
2. Pulse la tecla SET.
3. Con la tecla
"OFF".
4. Pulse la tecla SET.
Repita las etapas 1 a 4 hasta que todas las entradas
de alarma deseadas estén reguladas.
Para salir de la página, vuelva al menú principal con
la tecla MENU.
8.8
Punto 7: "Schedule, Alarms Setup"
En la página "Schedule, Alarms Setup", la reacción
Enable
del multiplexor se regula con varios tipos de alarma.
Schedule, Alarms Setup
Enable RLY
External: On
DSS:
OFF
VLOSS:
Timers OFF
OnTime
Timer1:
09:00
Timer2:
17:00
Alarm Display:
Alarm Dwell:
External Hold:
Alarm Latch:
Video Loss Hold:
Video Loss Latch:
of
of
, regule "Enable" o "Disable".
o
seleccione "NO", "NC" o
BUZ
M.M
S.M
REC
OFF
ON
OFF
ON
INT
ON
OFF
ON
OFF
INT
ON
OFF
ON
OffTime SMTWTFS DSS Mode
17:00
-*****- Mode1
03:15
**--*** Mode2
4x4
20s
33s
ON
15s
OFF