5.1.3 Dynamische afstelling tijdens het passen
•
Pas de opbouw van de prothese in het frontale vlak en het sagittale vlak
aan (bijv. door verandering van de hoek of door verschuiving), zodat een
optimale stapafwikkeling gewaarborgd is.
TT-prothesen: Zorg voor een fysiologische beweging van de knie in het
•
sagittale en frontale vlak bij het overbrengen van het gewicht na het
neerzetten van de hiel. Een beweging van het kniegewricht naar mediaal
moet worden vermeden. Als het kniegewricht in de eerste helft van de
standfase naar mediaal beweegt, breng de prothesevoet dan verder naar
mediaal. Als de beweging naar mediaal plaatsvindt in de tweede helft
van de standfase, verminder dan de exorotatie.
•
Na beëindiging van de dynamische afstelling en de loopoefeningen moet
u de adapterbescherming van de prothesevoet verwijderen.
5.2 Optioneel: monteren van de schuimstof overtrek
Een verbindingselement (bijv. verbindingsplaat, verbindingskap, aansluit
kap, schuimaansluitkap) dient als niet-permanente verbinding tussen de pro
thesevoet en de schuimovertrek.
Benodigde materialen: ontvettend reinigingsmiddel (bijv. isopropylal
>
cohol 634A58), contactlijm 636N9 of kunststoflijm 636W17
1) Meet de afstand tussen het draaipunt van de knie en het gewenste uit
einde van de schuimstof overtrek en tel hier de afstand bij op waarover
de schuimstof wordt samengeperst: bij PE-schuim is dit 10 mm en bij
PUR-zachtschuim 30 mm. Tel bij TF-prothesen de afstand waarover de
schuimstof wordt samengeperst, twee keer op, omdat er hiervoor zowel
boven als onder de knieas ruimte nodig is.
2) Kort het onbewerkte stuk schuimstof in en pas het in het proximale
gedeelte aan de prothesekoker aan.
3) Trek de schuimstof over de prothese.
4) Plaats het verbindingselement op de voetovertrek of de prothesevoet.
Afhankelijk van de uitvoering klikt het verbindingselement vast in de rand
of zit het tegen de voetadapter aan.
5) Monteer de prothesevoet aan de prothese.
6) Teken de buitencontour van het verbindingselement af op het distale
snijvlak van de schuimstof.
7) Demonteer de prothesevoet en verwijder het verbindingselement.
8) Reinig het verbindingselement met een ontvettend reinigingsmiddel.
9) Lijm het verbindingselement aan de hand van de gemarkeerde buiten
contour op het distale snijvlak van de schuimstof.
10) Laat de lijmverbinding drogen (ca. 10 minuten).
48