Stang snijhoogteverstelling (3) in de boring
van de maaiwerkophanging (4) steken.
Splint (1) insteken.
● Maaiwerk monteren. (
● Uitwerpkanaal monteren. (
● Grasopvangbox vasthaken. (
13.11 Motoroliepeil controleren
Voorkom schade aan de
machine!
Voor het eerste gebruik of voor elk
gebruik telkens het vulpeil van de
motorolie controleren.
236
● Plaats de machine op een vlakke
ondergrond.
● Motor uitschakelen. (
● Handrem aantrekken. (
● Motor laten afkoelen.
● Opbergvak openen. (
Gegevens over het controleren van het
vulpeil vindt u in de gebruiksaanwijzing
van de motor.
Aanwijzing!
Vul motorolie bij als er geen of te
weinig motorolie is.
● Opbergvak sluiten. (
13.12 Motorolie verversen
Kans op brandwonden!
Vóór het bijvullen of verversen van
motorolie de verbrandingsmotor
volledig laten afkoelen. Gemorste
motorolie kan ontvlammen!
Wees uitermate voorzichtig bij het
aftappen van de motorolie. De
motorolie kan heet zijn.
Voor informatie over motorolie en
vulhoeveelheid olie verwijzen wij u
eveneens naar de
12.2)
gebruiksaanwijzing van de
13.4)
verbrandingsmotor.
Ververs de motorolie als de
11.9)
verbrandingsmotor handwarm is.
Geschikte olieopvangbak (hou
rekening met vulhoeveelheid olie)
onder de olieaftapleiding zetten.
Voer gebruikte olie af conform de
wettelijke bepalingen.
Verversingsintervallen voor olie:
Voor de aanbevolen intervallen voor het
11.3)
verversen van motorolie verwijzen wij u
naar de gebruiksaanwijzing voor de
8.9)
verbrandingsmotor.
Motorolie aftappen:
13.26)
● Motor uitschakelen. (
● Handrem aantrekken. (
● Contactsleutel eruit trekken en op een
veilige plek bewaren.
● Uitwerpkanaal demonteren. (
● Motor laten afkoelen (handwarm).
13.26)
● Opbergvak openen. (
● Oliedop eraf schroeven (zie
gebruiksaanwijzing motor).
MR 4082:
De olieaftapslang (1) bevindt zich op de
motor vlakbij het rechter achterwiel.
● Geschikte opvangbak voor olie eronder
zetten.
● Olieaftapslang loshaken.
11.3)
8.9)
13.3)
13.26)
0478 193 9901 A - NL