5.2 Aanpassen
VOORZICHTIG
Mechanische beschadiging van het product
Verwondingen door functieveranderingen of -verlies
Ga zorgvuldig met het product om.
►
►
Controleer het product op zijn functionaliteit en bruikbaarheid.
►
Bij veranderingen in de werking en bij functieverlies mag u het product niet langer gebrui
ken. Laat het product in dit geval controleren door medewerkers die daartoe zijn geautori
seerd.
Aanpassen van de kussentjes
1) Leg de kussentjes zo tegen het bovenbeen dat de geleidingslussen richting proximaal wijzen
(zie afb. 1).
2) Bepaal de benodigde abductiehoek.
3) Indien nodig: ruw het oppervlak van de kussentjes met schuurpapier op en plak er overige
lagen op (zie afb. 2).
4) Slijp de oppervlakken van de kussentjes (zie afb. 3).
LET OP! Slijp de oppervlakken van de kussentjes maximaal tot de markering.
Aanpassen van de riemlengte
1) Trek de broek bij de patiënt aan om te proberen.
2) Markeer de benodigde lengte van de riemuiteinden.
3) Markeer de positie van de geleidingslus (zie afb. 4) en de klittenbandsluiting (zie afb. 5) om
later vast te naaien.
4) Naai de geleidingslus en de klittenbandsluiting van de riem (zie afb. 6) vast.
5) Indien nodig: pas de pasvorm van de broek aan.
Instellen van de kussentjes
1) Plaats de kussentjes zo in de hiervoor bedoelde zakken op de broek, dat de geleidingslussen
richting proximaal wijzen(zie afb. 7).
2) Leid de geleidingslussen van de kussentjes door de openingen van de broek naar buiten (zie
afb. 8).
3) Sluit de klittenbandsluitingen van de zakken.
4) Breng de kruisriemen aan de geleidingslussen van de kussentjes aan (zie afb. 9).
5) Trek de broek bij de patiënt aan om te proberen (zie afb. 10).
6) Bepaal de positie van de kruisriemen en zet de kruisriemen provisorisch vast met dubbele klit
tenband (zie afb. 11).
7) Controleer de spanning op de kruisriemen (zie afb. 13).
8) Markeer de positie van de kruisriemen om deze later te kunnen vastnaaien (zie afb. 12).
INFORMATIE: Let erop dat bij een symmetrische heup de gordelgeleiding eveneens
symmetrisch verloopt (zie afb. 14).
9) Naai de kruisriemen vast (zie afb. 15).
Functiecontrole
1) Controleer of de orthese goed op zijn plaats zit en controleer de functie.
2) Indien nodig: stel de kussentjes beter in met behulp van de riemen.
5.3 Aanbrengen
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
37