NEDERLANDS
• Controleer de besturing
• Maak u vertrouwd met de besturing
• Trim de helikopter indien nodig, zoals beschreven onder 'Besturing van de
helikopter', zodat de helikopter tijdens het vliegen niet meer zonder bestu-
ringsbewegingen van plaats verandert.
• Om de helikopter te starten, op knop
• De helikopter is nu klaar voor gebruik.
• Als de helikopter geen enkele functie vertoont, dient u bo-venstaand koppel-
proces nogmaals te proberen.
• Vlieg het model
• Land het model
• Schakel het model met de ON/OFF schakelaar uit
• Schakel altijd de afstandsbediening als laatste uit
Functieoverzicht van de controller
1. Powerschakelaar (ON / OFF)
5
2. Controle LED
3. Gas
4. Vooruit-/achteruit · Staart (cirkelvormige draaibeweging)
5. Trimmer voor staartrotor
6. Knop 'auto-landing'
7. Knop 'auto-start & fly to 1 m'
8. Batterijvak
3
Besturing van de helicopter
1. Coaxiaal rotorsysteem
6
2. Staart
3. Laadbus om de LiPo accu te laden
4. Landingsslede
5. ON-/OFF-schakelaar
7
Besturing van de helicopter
Als u de besturingsfuncties van uw Carrera RC helicopter nog niet kent,
8
dan gelieve u voor de eerste vlucht een paar minuten de tijd te nemen, om
u met de besturing vertrouwd te maken. De beschrijving links of rechts stemt
overeen met de kijk vanuit de cockpit (pilotenzicht). Druk de gashendel naar
boven, om de rotatiesnelheid van de rotoren te verhogen. Verhoog de rotatie-
snelheid van de hoofdrotorbladen en het model begint te stijgen.
Reduceer de uitslag van de gashendel en daarmee de rotatiesnelheid van de
hoofdrotorbladen, om de helicopter te doen dalen. Als het model de grond heeft
verlaten, kunt u het door voorzichtige beweging van de gashendel naar boven
en beneden, in een stationaire zweefvlucht brengen, zonder dat het te plots stijgt
of daalt. Met de rechter joystick kan zonder gebruik van de linker joystick op
gelijke vluchthoogte vooruit/achteruit in een cirkel gevlogen worden.
Beweeg de rechter hendel (staart) naar links en de neus van de helikopter
9
draait (giert) om de as van de hoofdrotor cirkelvormig naar links. Beweeg
de rechter hendel (staart) naar rechts en de neus van de helikopter draait
(giert) om de as van de hoofdrotor cirkelvormig naar rechts. Gebruik de trim-
mer voor de staart, tot u een stabiele neutrale positie van de helikopter in
zweefvlucht, zonder beweging van de linker hendel (staart) heeft bereikt
De vooruit-/achteruithendel bestuurt de neiging van de helicopter voor-
10
waarts/achterwaarts. Als u de hendel naar voren drukt, beweegt de heli-
copterneus naar onder en de helicopter vliegt voorwaarts. Als u de vooruit-/
achteruithendel naar achter drukt, beweegt de helicopter naar achter en de
helicopter vliegt achteruit.
Keuze van het vlieggebied
Met de helikopter kan alleen bij windstilte of zeer zwakke wind buiten
11
worden gevlogen. Houd er rekening mee dat het ook bij windstilte op de
grond, toch zeer winderig kan zijn op enige afstand van de grond. Niet-nale-
ving van deze instructie kan tot een total loss van de helikopter leiden.
Nadat u de helicopter uitgetrimd heeft en met zijn besturing en zijn
12
mogelijkheden vertrouwd bent geworden, kunt u er zich ook aan
wagen, om in kleinere en minder vrije omgeving te vliegen.
Automatische hoogtecontrole
Zodra u de linker joystick tijdens het vliegen loslaat, houdt de helicopter
13
automatisch de huidige vlieghoogte aan. Met de rechter joystick kan zon-
der gebruik van de linker joystick op gelijke vluchthoogte vooruit/achteruit in
een cirkel gevlogen worden.
16 17
(fig.
) drukken.
7
5
Auto-Start & Fly to ≈1 m
Druk op de knop 'auto-start & fly to 1 m' van de controller, om de motoren
14
te starten en automatisch op ca. 1 m hoogte te vliegen. Tijdens het star-
ten hebt u altijd de mogelijkheid om met behulp van de rechter joystick de
vliegrichting te beïnvloeden. Zodra de hoogte van ca. 1 m is bereikt, houdt de
helicopter deze hoogte automatisch aan.
Auto Landing
Met een druk op de knop 'auto-landing' kunt u altijd de automatische lan-
15
dingsfunctie activeren. Hierbij wordt de rotorsnelheid langzaam vermin-
derd. Tijdens het landen hebt u altijd de mogelijkheid om met behulp van de
rechter joystick de landingspositie te beïnvloeden. Zodra de helicopter op de
grond staat, worden de motoren uitgeschakeld.
Trimmen van de helicopter
Auto-trimmen
16
1. Plaats de helicopter op een horizontaal oppervlak.
2. Koppel de helicopter met de besturing zoals in „Binding van het
model met de controller" beschreven.
3. Schuif gelijktijdig de gashendel en de hendel voor vooruit/terug
in de rechter benedenhoek. De led op de helicopter knippert kort en
brandt dan permanent. Signaaltoon klinkt 1x.
4. De neutraalinstelling is afgesloten.
Als de helicopter in zweefvlucht, zonder bediening van de hendel voor het
17
uitvoeren van een cirkelvormige beweging ter plekke, naar links of rechts
draait, dient u als volgt te werk te gaan: Als de helicopter vanzelf snel of
langzaam om zijn eigen as naar links draait, duwt u de onderste linker
trimmer voor rotatie stapsgewijze naar rechts. Als de helicopter naar
rechts draait, duwt u de trimmer voor rotatie stapsgewijze naar links.
Probleemoplossingen
Probleem: Controller functioneert niet.
Oorzaak
De ON/OFF-Powerschakelaar staat op „OFF".
Oplossing: De ON/OFF-Powerschakelaar op „ON" zetten.
Oorzaak: De batterijen werden verkeerd ingelegd.
Oplossing: Controleer, of de batterijen correct werden ingelegd.
Oorzaak
De batterijen hebben niet meer genoeg energie.
Oplossing: Nieuwe batterijen inleggen
Probleem: De helicopter laat zich met de controller niet besturen.
Oorzaak: De Powerschakelaar van de controller staat op „OFF".
Oplossing: Eerst de Powerschakelaar aan de controller op „ON" zetten.
Oorzaak
De controller is evt. niet correct met de ontvanger in de helicopter
gebonden.
Oplossing: Voer de verbinding uit zoals beschreven onder
Probleem: De rotorbladen bewegen zich niet.
Oorzaak: De Power-schakelaar aan het model resp. de Controller staat
op „OFF".
Oplossing: De ON/OFF-Powerschakelaar op „ON" zetten.
Oorzaak: De accu is te zwak resp. leeg.
Oplossing: De accu laden (zie hoofdstuk „Laden van de accu").
Probleem: De helicopter stijgt niet op.
Oorzaak: De rotorbladen bewegen zich te langzaam.
Oplossing: De gashendel naar boven trekken.
Oorzaak: Het accuvermogen volstaat niet.
Oplossing: De accu laden (zie hoofdstuk „Laden van de accu").
Probleem: De helikopter vertraagt en daalt zonder ogenschijnlijke reden tij-
dens de vlucht.
Oorzaak: De accu is te zwak.
Oplossing: De accu laden (zie hoofdstuk „Laden van de accu").
Probleem: De helicopter landt te snel.
Oorzaak
Controleverlies via de gashendel.
Oplossing: De gashendel langzaam naar onder trekken.
Oorzaak: Te snel naar onder trekken van de gashendel.
Vergissingen en fouten uitgesloten
Kleur/finale ontwerpaanpassingen uitgesloten
Technische aanpassingen en ontwerp gerelateerde aanpassingen uitgesloten
Pictogrammen = symbolisch foto's
22
.
4