Nederlands
Laat de motor draaien terwijl u het stationair draaien
aanpast.
(1) Als de motor stopt tijdens het stationair draaien
Start de motor en draai langzaam aan de stationaire
snelheid stelschroef (T) met de klok mee tot deze in een
positie staat waarin de motor soepel draait. Zorg er op
dat moment voor dat het zaagblad niet draait.
(2) Als het zaagblad beweegt bij stationair draaien
Draai de stelschroef voor stationaire snelheid (T)
langzaam tegen de klok in totdat deze in een positie staat
waarin het zaagblad niet draait. Zorg er op dat moment
voor dat de rotatie van de motor soepel verloopt.
WAARSCHUWING
Als het zaagblad nog steeds beweegt na het aanpassen
van de stelschroef voor stationaire snelheid (T), stop dan
onmiddellijk de motor en stop met het gebruik en neem
vervolgens contact op met de dichtstbijzijnde Tanaka-
dealer.
Luchtfi lter (Afb. 13)
Het luchtfi lter (12) moet regelmatig vrijgemaakt worden van
stof en vuil om te voorkomen dat:
○ Storingen aan de carburateur
○ Startproblemen
○ Afname motorvermogen
○ Onnodige slijtage van de motoronderdelen
○ Abnormaal brandstofverbruik
Maak het luchtfi lter elke dag of nog vaker schoon als u in een
stoffi ge omgeving werkt.
Draai de schroef (13) los en verwijder daarna de
luchtfi lterklep en het luchtfi lter (12). Was het fi lter in warm
sop.
Controleer of het fi lter goed droog is voor u het terugzet.
Een luchtfi lter dat geruime tijd gebruikt is, kan meestal niet
meer helemaal schoongemaakt worden. Het luchtfi lter moet
daarom regelmatig vervangen worden door een nieuw.
Een beschadigd of kapot fi lter moet onmiddellijk vervangen
worden.
Brandstoffi lter (Afb. 14)
Verwijder het brandstoffi lter (14) van de brandstoftank en
vervang het als het smerig is.
OPMERKING
Een geblokkeerd brandstoffi lter (14) kan de toevoer van
brandstof hinderen en een rotatiestoring in de motor
veroorzaken.
Bougie (Afb. 15)
De toestand van de bougie wordt negatief beïnvloed door:
○ Een verkeerde afstelling van de carburateur.
○ Een verkeerde mengsmering (te veel olie in de benzine)
○ Een vuile luchtfi lter.
○ Zware werkomstandigheden (bijv. kou).
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden van
de bougie, wat kan leiden tot storingen en startproblemen.
Als de motor vermogen tekort komt, moeilijk start of slecht
stationair loopt, controleer dan eerst de bougie.
Als de bougie vuil is, maak hem dan schoon en controleer de
afstand tussen de elektroden. Corrigeer de afstand indien
nodig. De juiste afstand is 0,6 mm. De bougie moet elke 100
bedrijfsuren vervangen worden, of eerder, als de elektroden
weggevreten zijn.
OPMERKING
In sommige gebieden is een bougie met een weerstand
vereist om de machine te ontstoren. Als deze machine
oorspronkelijk voorzien was van een bougie met
een ingebouwde ontstoringsweerstand, dient u ter
vervanging gebruik te maken van hetzelfde type bougie.
Snoeimes
WAARSCHUWING
Draag beschermende handschoenen als u het mesblad
aanraakt of onderhoudt.
De bladen zijn geïnstalleerd op de bladgeleider met vijf
of zes bouten. Deze bouten zijn vastgedraaid met speling
zodat de bladen soepel kunnen bewegen.
Voor het afstellen van de speling van de bladen (Afb. 16)
1. Draai de bevestigingsmoeren (15) van de bladen los.
2. Draai de bevestigingsbouten (16) van de bladen volledig
vast en draai ze vervolgens ca. 3/8 los.
3. Me de bouten (16) in die positie, draait u de
bladbevestigingsmoeren (15) vast.
OPMERKING
(1) Als de speling te klein is
bewegen de bladen niet goed en kunnen de glijvlakken
vastlopen.
(2) Als de speling te groot is
zijn de bladen niet scherp.
LET OP
Zorg dat u de bladbevestigingsbouten vervangt wanneer
deze loszitten, versleten of beschadigd zijn. Zorg ook
dat u een zaagblad dat is beschadigd vervangt.
Smeren van het knipmes (Afb. 17)
Tijdens het knippen zal het sap dat aan de mesrand kleeft de
belasting verhogen.
Gebruik machineolie (of fi etsenolie of iets dergelijks) om het
knipmes te smeren en veeg het mes daarna met een doek
af. Om roesten van het knipmes te voorkomen, moet het
knipmes na gebruik worden gesmeerd en ook wanneer u het
langere tijd niet denkt te gebruiken en in de knipmesopslag
opbergt.
Drijfwerkkast (Afb. 18)
Vervang het vet ongeveer iedere 20 gebruiksuren.
Vul met ongeveer 3 g. op kwaliteitslithium gebaseerd vet
in de smeernippel aan de zijkant van de drijfwerkkast
(aangeduid door een pijl) met gebruik van een in de handel
verkrijgbare patroonvetspuit.
LET OP
Alvorens inspectie of onderhoud van de drijfwerkkast uit
te voeren, zorg ervoor dat het geval afgekoeld is.
Voor langdurige opslag
Tap alle brandstof uit de tank af. Start de motor en laat
deze lopen tot hij vanzelf stopt. Repareer eventuele
beschadigingen. Maak de machine schoon met een schone
doek, of met perslucht. Doe een paar druppels tweetaktolie
in de cilinder via het bougiegat en laat de zuiger een paar
keer op en neer gaan om de olie goed te verdelen.
Dek de machine af en bewaar hem op een droge plek.
Onderhoudsschema
Hieronder treft u nog enkele algemene onderhoudsinstructies
aan. Neem voor verdere informatie contact op met uw
Tanaka-dealer.
Dagelijks onderhoud
○ Maak de buitenkant van de machine schoon.
○ Controleer de bladgeleider en beschermingsplaat
(indien aanwezig) op beschadiging of scheuren.
Vervang deze in geval van stoten of scheuren.
○ Controleer of het zaagblad scherp is en of er zich geen
scheuren vertonen.
○ Controleer of de bevestigingsmoer van het blad goed
vastgedraaid is.
○ Controleer of de bladhouder onbeschadigd is en goed
vastgezet kan worden.
○ Controleer of alle bouten en moeren goed vast zitten.
○ Controleer of het apparaat onbeschadigd is en vrij van
gebreken.
44