OPGELET!
Om het nodige beschermende effect te verkrijgen, dienen de volgende
punten in acht te worden genomen:
Na een ongeval waarbij de snelheid van de botsing hoger is dan
10 km/h kan het kinderzitje beschadigd zijn. Het zitje moet dan door
de fabrikant gecontroleerd en evt. vervangen worden.
Er moet op gelet worden dat het kinderzitje niet tussen harde delen
(deur van de auto, stoelrail etc.) ingeklemd en beschadigd wordt.
Controleer regelmatig alle belangrijke delen op beschadigingen.
Controleer of de mechanische bouwdelen perfect functioneren.
Als het kinderzitje beschadigd is (b.v. na een val), moet het door de
fabrikant gecontroleerd worden.
3
In- en uitbouw in het voertuig
Voor het inbouwen van het kinderzitje moet die in de zitpositie gebracht
worden (zie 7).
a) Bevestiging met ISOFIX:
De invoerhulpen [A.1] vergemakkelijken bij sommige voertuigen het
inbouwen met ISOFIX en vermijden dat de bekleding van het zitje beschadigd
wordt.
Zij moeten waar nodig op de beide ISOFIX-bevestigingspunten van de
voertuigzitplaats tussen zitvlak en rugleuning vastgeclipt worden. De
uitsparingen van de invoerhulpen moeten omhoog wijzen. Er moet een
duidelijke "klik" hoorbaar zijn.
Bij niet-gebruik moeten de invoerhulpen [A.1] verwijderd en zorgvuldig
bewaard worden. Bij voertuigen met omklapbare rugleuning moeten de
invoerhulpen voor het omklappen verwijderd worden.
Na het aanpassen van de schoudergordels (zie 5.1) het kinderzitje als volgt
met ISOFIX bevestigen:
- Druk aan beide kanten de groene borgknop [B.2] en de rode schuif [B.3]
tegen elkaar en verwijder de beveiliging van de vergrendelingsarm [B.4].
- Trek met de uittrekgreep voor vergrendelingsarmen [C.5] de beide
vergrendelingsarmen [C.6] er tot de arrêtering uit.
Op beide vergrendelingsarmen moet het slot in de vergrendelingsarm
geopend zijn [D]. Druk voor het openen de groene borgknop [B.2] en de rode
schuif [B.3] tegen elkaar.
44
- Positioneer de beide vergrendelingarmen [E.6] direct voor de beide
invoerhulpen.
- Klik aan een zijde de vergrendelingsarm vast. Er moet een duidelijke klik
hoorbaar zijn en de groene borgknop [E.2] moet zichtbaar zijn.
- Klik aan de andere zijde de vergrendelingsarm vast. Er moet ook hier een
duidelijke "klik" hoorbaar zijn en de groene borgknop [E.2] moet zichtbaar
zijn.
- Draai de groene hendel [F.7] omlaag en schuif het kinderzitje iets in de
richting van de achterleuning van het voertuig.
- Schuif het kinderzitje met stevige en gelijkmatige druk aan beide kanten in
de richting van de achterleuning van het voertuig [F].
- Controleer de correcte bevestiging door aan beide zijden van het kinderzitje
te trekken.
- Voor het losmaken van de ISOFIX-bevestiging (demontage), drukt u de
groene borgknop [G.2] en de rode schuif [G.3] tegen elkaar. De
vergrendelingsarm laat los. Herhaal het proces aan de andere kant van het
kinderzitje.
b) Bevestiging met driepuntsgordel (universeel):
Na het aanpassen van de schoudergordels (zie 5.1) het kinderzitje als volgt
met de driepuntsgordel van het voertuig bevestigen:
- Plaats het kinderzitje op de voertuigstoel.
- Trek de gordel eruit en voer deze door de gordelgeleidingen [H].
- Klik de slotpen vast in het gordelslot [I].
- Zwenk de klemhendel [K.8] omlaag en leg de diagonaalgordle in de
gordelklem [K.9].
- Belast het kinderzitje met het lichaamsgewicht (knie in zitje plaatsen) en trek
krachtig aan de diagonaalgordel van het voertuig om deze te spannen.
Zwenk de klemhendel [K.8] omhoog tot deze vastklikt.
OPGELET!
De klemhandel van het kinderzitje aan de kant van het gordelslot van
het voertuig niet gebruiken [I]
Opgelet!
Om de bekleding van de autostoelen te beschermen moet bij de
bevestiging van het kinderzitje met driepuntsgordel de bescherming
van de vergrendelingsarm [B.4] gemonteerd zijn.