NL
Persoonlijke Reddingsmiddel
Gebruiksaanwijzing
4 Beperkingen
De PRD mag niet worden gebruikt buiten de beperkingen om, of voor een ander doel dan waarvoor het is
ontworpen. Alle inspecties dienen te worden uitgevoerd door een competente persoon. De uitrusting niet
proberen te wijzigen of repareren. Het is van kritiek belang voor uw veiligheid dat deze instructies worden
opgevolgd en dat de apparatuur niet verkeerd wordt gebruikt.
1
Totaalgewicht gebruiker (inclusief gereedschap) min. 59 kg max. 140 kg.
2
De PRD is voor slechts één gebruiker bestemd, en alleen voor reddingsdoeleinden.
3
Er mag slechts één persoon tegelijk aan de PRD bevestigd zijn.
4
Wanneer deze uitrusting in een gevaarlijke omgeving wordt gebruikt zijn er eventueel extra maatregelen
nodig om het risico op verwonding aan de gebruiker of schade aan de uitrusting te beperken. Een
gevaarlijke omgeving kan bijvoorbeeld het volgende bevatten (deze lijst is niet compleet): hoge
temperaturen, vuur, zuren, caustische oplossingen, lasvlammen, explosieve of giftige gassen,
corroderende omgeving, scherpe randen, draaiende machines.
5
Bedrijfstemperatuur -20°C tot +60°C.
6
De afdalingssnelheid ligt tussen de 0,5 - 2 m per seconde.
7
Na een eenmalige afdaling wordt het afdaalapparaat uit dienst genomen, de details worden opgenomen in
het periodieke inspectielogboek en aan Latchways doorgegeven.
8
Als er een val plaatsvindt en de valdempingsharnasgordel is aan valbelasting blootgesteld geweest,
dan moet hij uit dienst worden genomen, de gegevens moeten worden opgetekend in het periodieke
inspectielog en aan Latchways worden doorgegeven.
9
De levensduur van het product kan worden beïnvloed door omstandigheden in de omgeving.
10 De PRD is geschikt voor gebruik in omstandigheden waarin een explosieve
atmosfeer kan voorkomen door mengsels van lucht en gassen, dampen of mist,
of mengsels van lucht en stof, in navolging van BS EN 13463-1:2001
uitrustingsgroep II, categorie 2.
5 Systeemvereisten
5.1 Risicobeoordeling en planning van de redding
De PRD maakt deel uit van een valbeveiligingssysteem en het wordt daarom
aanbevolen dat er voorafgaand aan het uitvoeren van werk op hoogte en
tijdens het uitvoeren van het werk een risicobeoordeling wordt uitgevoerd.
De risicobeoordeling moet onder andere rekening houden met de volgende
aspecten: afdaalhoogte, afdaalroute, geschiktheid van plaats waar geland wordt.
Naast de risicobeoordeling moet er ook een reddingsplan worden opgesteld
voor een eventuele noodsituatie, en u dient geheel bekend te zijn met de
reddingsprocedure voordat u het werk op hoogte gaat uitvoeren.
De PRD is voornamelijk als zelfreddingssysteem bedoeld en helpt bij de planning van een redding.
Echter, in het geval de gebruiker niet in staat is de zelfredding in gang te zetten is er een secundair
ontgrendelingssysteem bij de rechterschouder aangebracht. Dit bestaat uit een rode en zwarte met rubber
bedekte lus waaraan een reddingswerker kan trekken om de afdaling tot stand te brengen (zie Afb. 3).
Secundaire ontgrendeling door een reddingswerker moet deel uitmaken van de risicobeoordeling.
46
II 2 G c IIC T3
Afbeelding 3