Afbeelding 11
A
B
B
Afbeelding 12
Afbeelding 13
Afbeelding 14
Afbeelding 15
Afbeelding 16
Persoonlijke Reddingsmiddel
4 Steek uw armen door de schouderriemen en maak de borstgesp (A) vast
(zie Afb. 11).
5 De borstriem moet dwars en in het midden op uw borstbeen liggen
(zie Afb. 12).
6 Het bevestigingspunt op het afdaalapparaat moet zich midden tussen
uw schouderbladen bevinden.
Opmerking: Als het nodig is om de schouderriemen langer of korter te maken,
dient u de harnasgordel uit te doen en de ritsen aan beide zijden van de rugzak
los te ritsen (zie Afb. 13). Maak de schouderriemen langer of korter door de
gespen van de schouderriemen en de dwarse riem (waar de schouderriemen
elkaar kruisen) te verschuiven. Controleer de juiste instelling door de gespen
net zo vaak te verschuiven en de harnasgordel aan te passen totdat de
borstriem en het bevestigingspunt op de juiste plaats zitten.
7 Maak de beengespen vast (B) (zie Afb. 11). Stel de beenriem bij door de
riemen door de gespen te trekken tot zij goed passen (zie Afb. 14).
8 Alleen voor de RH3-harnasgordel: bevestig de gordelgesp aan de voorkant
en stel de riem bij door hem door de gesp te trekken totdat hij goed past
(zie Afb. 15).
9 Gebruik de plastic schuiven om loshangende riemen vast te zetten.
(zie Afb. 16).
WAARSCHUWING! Zorg dat de harnasriemen niet
verdraaid zitten.
Gebruiksaanwijzing
51
NL