NL
Persoonlijke Reddingsmiddel
Gebruiksaanwijzing
Afbeelding 17
A
1
Afbeelding 18
A
2
C
C
E
E
D
7.2 Extra valdempingsbevestigingen
Bij sommige soorten gordel zijn er extra valdempingsbevestigingen. Deze kunnen worden gebruikt voor het
bevestigen van een schokdempende veiligheidslijn/hulpmiddelen voor het beklimmen van ladders of tijdens
het werk. De PRD reddingsfunctie werkt alleen aan de achterste D-ring.
WAARSCHUWING! Wanneer er andere bevestigingspunten dan de
achterste D-ring worden gebruikt moet er een alternatief reddingsplan
worden opgesteld voordat de werkzaamheden op hoogte worden begonnen.
7.3 Werkpositionerings bevestigingen
Bij sommige harnasgordels zijn D-ringen aan de zijkant inbegrepen. Deze bevestigingen mogen alleen
worden gebruikt met een geschikte werkpositioneringsveiligheidslijn die zodanig is aangepast dat de
gebruiker zich niet verder dan 0,6 m kan bewegen. De bedoeling hiervan is dat de gebruiker zich kan
vastzetten op een bepaalde plaats en daardoor de handen vrij heeft voor het werk.
Wanneer werkpositionering wordt gebruikt dient er altijd ook een valdempingssysteem als back-up te zijn
(bijv. een schokdempende veiligheidslijn) die aan het voorste of achterste bevestigingspunt is vastgemaakt.
Een werkpositioneringslijn mag nooit de enige bescherming van de gebruiker vormen.
10 Sluit de karabijnhaak van de schokdempende veiligheidslijn aan op het
valdempingsbevestigingspunt
bevestigingspunt voor de werking van de PRD reddingsfunctie.
WAARSCHUWING! Op geen enkel ander punt
van de harnasgordel of PRD aansluiten dan een punt
dat duidelijk is gemarkeerd met de letter 'A'. De PRD
reddingsfunctie werkt alleen op de achterste D-ring
(zie Afb. 17 en paragraaf 7.2).
11 C:
Plastic bergogen voor loshangende kabel. Geen bevestigingspunt
voor de valdemper.
D:
Roestvrij stalen bevestigingspunt voor gereedschapstas.
Geen bevestigingspunt voor de valdemper.
A
: Bevestigingspunt voor (borst). Alleen voor klimmen/valdemping
2
(zie paragraaf 7.2).
E:
Bevestigingen zijkant (indien aanwezig). Alleen werkpositionering
(geen bevestigingspunt voor valdemping (zie paragraaf 7.3).
(zie Afb. 18).
Wanneer de harnasgordel langere tijd wordt gedragen, dienen de riemen
en gespen regelmatig te worden gecontroleerd op losgaan. De gordel moet
altijd goed passen.
A
(zie Afb. 17).
1
52
A
is het primaire
1