• Schuif de knop (3a) aan de fixeerclip in de
richting van de pijl om de veters los te maken
(afb. D).
De maat instellen
Druk de instelknop (10) naar beneden, houd
deze ingedrukt en verschuif de schoen naar
de gewenste maat. De schoen moet met een
hoorbare KLIK vastklikken. De pijl op de schoen
(8) geeft hierbij de betreffende maat aan in het
kader (afb. E).
Tips voor het schaatsen
LET OP!
Controleer bij schaatsen op open water altijd
de dikte van het ijs. Houd er rekening mee dat
ijs met name bij oever-begroeiing en buizen
waaruit wordt geloosd, en bij stromend water
zeer dun kan zijn! Licht uw kinderen voor over
de mogelijke gevaren. U bent voor hen verant-
woordelijk.
De eerste keer oefenen
BELANGRIJK!
• Kies een geschikte locatie. Gebruik
van ijsbanen of speciaal aangewezen
en vrijgegeven ijsvlakten wordt aan
bevolen.
• Oefen eerst op het droge enkele bel
angrijke schaatsvaardigheden voor
dat u zich op het ijs waagt. Vraag om
iets om op te steunen.
• Oefen op een rustige ijsbaan onder
begeleiding van een ervaren schaats
er of houd u vast aan de rand van de
ijsbaan totdat u zich zelfverzekerd
voelt op het ijs.
• Pas uw schaatssnelheid aan uw
vaardigheden aan. Leer eerst te
glijden, bochten te schaatsen en te
remmen voordat u sneller gaat
schaatsen.
Startpositie:
Zet uw voeten op schouderbreedte en buig uw
knieën licht om te voorkomen dat u achterover
valt. Kijk niet naar uw voeten, maar kijk in de
richting waar u naartoe gaat.
‚
Versnellen:
Begin als beginner met kleine slagen, met naar
buiten gerichte tenen schuin naar voren.
Glijden:
Wanneer u enkele slagen na elkaar maakt, hebt
u voldoende snelheid om beide schaatsen naast
elkaar te zetten en te glijden. Buig uw knieën
hierbij licht.
Bochtentechniek
Bij geringe snelheid:
Verplaats uw gewicht, zoals bij het fietsen.
Verplaats uw gewicht voor een linkerbocht op
de linkervoet en voor een rechterbocht op de
rechtervoet.
Bij hoge snelheid:
Pootje over (afb. H)
Valtechniek
Oefen het vallen eerst zonder schaatsen en op
een zachte ondergrond. Probeer een val altijd
naar voren op te vangen, nooit naar achteren.
Laat u op de kniebeschermers vallen. Vang de
val vervolgens op met de ellenboog- en polsbe-
schermers. Spreid hierbij uw vingers om letsel te
voorkomen.
Remtechnieken
T-rem (afb. I)
Bij gebruik van de ‚T-stoptechniek' verplaatst u
uw volledige gewicht naar één voet. Beweeg
de andere voet achter de eerste voet en plaats
deze in een rechte hoek achter de andere voet.
Verplaats vervolgens uw gewicht van voren naar
de binnenzijde van het ijzer van de achterste
schaats en rem met toenemende druk.
Ploegrem (afb. J)
Plaats de ijzers van beide schaatsen iets dwars
ten opzichte van de schaatsrichting, verplaats
uw gewicht naar de bal van de voet en rem met
beide benen.
Onderhoud
Slijpen van de ijzers
LET OP!
Laat het slijpen van de ijzers voor uw
eigen veiligheid alleen uitvoeren door
een vakman (sportzaak of ijsbaan).
NL/BE
17