GEBRUIKSPROCEDURES
Inschakelen van de controller
Om de controller in te schakelen, de voedingskabel in
de netcontactdoos inbrengen en de stroomschakelaar in
stand ON zetten.
Starten van de pomp
Om de pomp te starten moet de drukknop START op
het frontpaneel worden bediend, nadat de bij de
controller
geleverde
connector P31 naar de pomp).
Stoppen van de pomp
Voor het stoppen van de pomp de STOP knop op het
frontpaneel bedienen.
ONDERHOUD
De controllers van de serie Turbo-V 6000 zijn
onderhoudsvrij. Eventuele werkzaamheden moeten door
bevoegd personeel worden uitgevoerd.
Achterpaneel van de controllers 969-9491 en 969-9591
kabel
is
aangesloten
1.
Ingangsconnector van de logische signalen (de
koppelconnector wordt geleverd met het speciale
sluitbruggetje).
2.
Ruimte voorzien voor de connectors van de poort
voor seriële communicatie RS 232/RS 485/RS 422
(geleverd als optie).
3.
Connector driefase-uitgang naar pomp.
4.
Uitgangsconnector spanning 120 Vac 1 A voor
voeding "Vent Device" en "Forepump", 3 A max. voor
Heater Band.
5.
Algemene thermomagnetische schakelaar.
6.
Voedingskabel
7.
Zekering voor Heater Band T5 A 250 Vac.
8.
Connector voor ingang externe signalen van 0 tot 10
Vdc.
9.
Connector voor signalen afkomstig van de pomp.
10. Uitgangsconnector logische signalen en controle-
signalen van stroom en pompsnelheid.
In
geval
van
reparatiedienst van Varian of de "Varian advanced
exchange service" in te schakelen: zo krijgt men een
ruilcontroller ter vervanging van de defecte controller.
Alvorens werkzaamheden aan de controller uit te
voeren, de voedingskabel afkoppelen.
(van
Mocht
de
controller
overeenkomstig de specifieke nationale wetgeving te
werk.
FOUTMELDINGEN
In geval van storingen wekt het zelfdiagnose-circuit van
de controller enkele foutmeldingen op die in de
volgende tabel zijn omschreven.
23
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
storing
is
het
mogelijk
!
GEVAAR!
gesloopt
worden,
87-900-855-01 (B)
om
de
ga
dan