Klem de draadaftakkingen van de nieuwe schakelaar aan de motordraden vast. Bevestig
één draad en draadaftakking met een plastic kabelbinder door de montageplaat van
de zekeringhouder aan elke zekeringhouder. Sluit de blauwe draad van het EMI-filter
aan op aansluitklem 1 van zekeringhouder F2 en de bruine draad van het EMI-filter op
aansluitklem 1 van zekeringhouder F1. Sluit de aarddraad weer op het EMI-filter aan.
Plaats de voorste kap terug.
8.4 Motor of ventilator
Koppel de opblaaspomp los van de netspanning. Verwijder de voorste kap om toegang
te krijgen tot het binnenste gedeelte. Maak de aarddraad los van de achterzijde van het
EMI-filter. Maak alle draden van de zekeringhouder los. Verwijder de kabelbinders van de
draadaftakkingen van motor/schakelaar. Verwijder de schroef van de hendel. Verwijder de
montageschroeven en borgringen van de motorbeugel aan de buitenkant van de behuizing.
Draai de motor voorzichtig rond om de schakelaar vrij te maken en trek de motor er langs
boven uit. Verwijder de ventilator uit de motor. Bewaar het montagemateriaal van de
ventilator.
Voor ventilatorvervanging:
Monteer de nieuwe ventilator op de motor met behulp van het montagemateriaal van
de ventilator. Plaats de motor terug in de behuizing. Plaats de montageschroeven
en borgringen van de motorbeugel terug. Plaats de schroef van de hendel terug.
Leid de bruine draad (met het draadaftakkingsuiteinde) en de blauwe draad (met het
connectoruiteinde) van de schakelaar onder de motorbeugel naar zekeringhouder F1 toe.
Sluit de blauwe draad van de schakelaar aan op aansluitklem 2 van zekeringhouder F2.
Sluit de bruine draad van de schakelaar aan op aansluitklem 2 van zekeringhouder F1.
Bevestig één draad en draadaftakking met een plastic kabelbinder door de montageplaat
van de zekering aan elke zekeringhouder. Sluit de blauwe draad van het EMI-filter aan
op aansluitklem 1 van zekeringhouder F2 en de bruine draad van het EMI-filter op
aansluitklem 1 van zekeringhouder F1. Sluit de aarddraad weer op het EMI-filter aan.
Plaats de voorste kap terug.
Voor motorvervanging:
Knip de oude motordraden op 20 mm van de aanwezige draadaftakkingen af en laat de
draadaftakkingen aan de schakelaardraden zitten. Strip 5 mm isolatie van de overgebleven
schakelaardraden af. Verwijder de montageplaat van de zekeringhouder uit de oude
motor en monteer deze op de nieuwe motor. Monteer de ventilator op de nieuwe motor
met behulp van het montagemateriaal van de ventilator. Klem de draadaftakkingen van
de nieuwe motor aan de afgestripte draden vast. Plaats de motor terug in de behuizing.
Plaats de montageschroeven en borgringen van de motorbeugel terug. Plaats de schroef
van de hendel terug. Leid de bruine draad (met het draadaftakkingsuiteinde) en de
blauwe draad (met het connectoruiteinde) van de schakelaar onder de motorbeugel naar
zekeringhouder F1 toe. Sluit de blauwe draad van de schakelaar aan op aansluitklem 2
48