NL
Vertaalde kopie van de oorspronkelijke Italiaanse tekst
Controleer alvorens de machine aan te sluiten of de
netspanning overeenkomt met de waarden op het
typeplaatje.
LET OP
De machine mag alleen worden gebruikt
met
de
aangegeven op het typeplaatje en is niet
geschikt om te worden ingesteld voor
andere voedingsspanningen.
Controleer of de aardleiding van het elektrisch systeem
werkt en voldoet aan de geldende norm.
De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd op
een leiding met een TN- of TT-aardingssysteem.
De toegestane maximale voedingsspanning tussen L
en N bedraagt 230 Vac.
Het maximale potentiaalverschil van L en N ten
opzichte van de aarding, bedraagt 230 Vac.
De voedingsspanning is aangegeven in de bijlage
"Technische gegevens".
Het gebruik van verlengkabels wordt afgeraden als dit
niet strikt noodzakelijk is.
GEBRUIK
5
5.1
De machine inschakelen
Schakel het apparaat in door de hoofdschakelaar in de
stand 'I' - ON te zetten.
5.2
Het controlesysteem starten
Bij inschakeling van de machine zullen alle leds een
paar seconden oplichten.
Op het display verschijnt het volgende:
• Gedurende 2 seconden de netfrequentie die door
het systeem wordt herkend.
• De controle van de softwareversie gedurende 2
seconden.
• De actieve bedrijfsmodus (A0 of A1) gedurende 2
seconden.
Aan het einde van de inschakelfase, als er geen fouten
of storingen worden gedetecteerd, zullen alle leds
doven behalve de led WELD TIME en verschijnt op het
display de waarde van huidige ingestelde tijd.
5.3
Programmaselectie en instelling van
lasparameters.
5.3.1 Instelling startmodus lassen
• Draai de knop totdat de functie WELD TIME
geactiveerd wordt (led licht op).
• Druk op de knop om naar de wijzigingsmodus te
gaan.
• Draai de knop totdat de minimumwaarde is bereikt.
• Druk en draai de knop opnieuw om de startmodus
lassen te selecteren:
• A0 - Modus AUTOSTART OFF (de cyclus start
door op de trekker van het pistool te drukken).
• A1 - Modus AUTOSTART ON (de cyclus start
automatisch wanneer de punt in contact
komt met het oppervlak).
• Druk opnieuw op de knop om te bevestigen.
voedingsspanning
die
5.3.2 Lastijd instellen
• Draai de knop totdat de functie WELD TIME
geactiveerd wordt (led licht op).
• Druk op de knop om naar de wijzigingsmodus te
gaan.
is
• Draai de knop om de lastijd te variëren totdat de
gewenste waarde is bereikt.
• Druk opnieuw op de knop om te bevestigen.
5.3.3 Lasstroom instellen
• Draai de knop totdat de functie CURRENT
geactiveerd wordt (led licht op).
• Druk op de knop om naar de wijzigingsmodus te
gaan.
• Draai de knop om de stroom te variëren totdat de
gewenste waarde is bereikt.
• Druk opnieuw op de knop om te bevestigen.
5.3.4 Programma voor lokale verwarming
selecteren en instellen
• Draai de knop totdat het programma voor lokale
verwarming geactiveerd wordt (led licht op).
• Druk op de knop om naar de wijzigingsmodus te
gaan.
• Draai de knop om de stroom te variëren totdat de
gewenste waarde is bereikt.
• Druk opnieuw op de knop om te bevestigen.
OPMERKING
In het programma voor lokale verwarming
is het niet nodig de lastijd te definiëren.
De cyclus blijft actief zolang de trekker
van het pistool wordt ingedrukt.
5.3.5 Voorgedefinieerd programma selecteren
• Draai de knop naar het voorgedefinieerde
programma dat u wilt gebruiken (led licht op).
• Op het display verschijnen de tijd en het vermogen
die in het programma zijn opgeslagen.
• Druk opnieuw op de knop om te bevestigen.
OPMERKING
Door de knop te draaien is het mogelijk
de opgeslagen instellingen met ± 10%
aan te passen.
5.3.6 Voorgedefinieerd programma opslaan
• Draai de knop totdat de functie WELD TIME
geactiveerd wordt (led licht op).
• Druk op de knop om naar de wijzigingsmodus te
gaan.
• Draai de knop om de lastijd te variëren totdat de
gewenste waarde is bereikt.
• Druk opnieuw op de knop om te bevestigen.
• Draai de knop totdat de functie CURRENT
geactiveerd wordt (led licht op).
NL-4