• Druk op de knop om naar de wijzigingsmodus te
gaan.
• Draai de knop om de stroom te variëren totdat de
gewenste waarde is bereikt.
• Druk opnieuw op de knop om te bevestigen.
• Draai de knop totdat het voorgedefinieerde
programma dat u wilt wijzigen geactiveerd wordt
(led licht op).
• Druk 5 seconden op de knop.
• Op het display verschijnen de tijd en het vermogen
die in het programma zijn aangepast.
• Druk opnieuw 5 seconden op de knop om op te
slaan.
5.4
Het lasapparaat gebruiken
GEVAAR
Als u een medisch implantaat draagt
(bijv. een pacemaker, metalen prothese
enz.) is het niet toegestaan de machine
te gebruiken zonder eerst uw arts te
raadplegen.
GEVAAR
Verwijder de elektroden met behulp van
een tang en ga voorzichtig te werk om elk
contact met de brandende onderdelen te
vermijden.
WAARSCHUWING
Plaats de elektroden op een geschikte
plaats waar ze in alle veiligheid kunnen
afkoelen (bijvoorbeeld op de grond).
Houd het omringende gebied vrij van
ontvlambare materialen.
WAARSCHUWING
Het
personeel
persoonlijke beschermingsmiddelen te
dragen (veiligheidsbril, handschoenen,
schort of andere kleding) om de bediener
te beschermen tegen wegschietend
gloeiend materiaal.
OPMERKING
Om de lasresten te verwijderen, kan
gebruik
worden
rollas elektrode zoals is beschreven
in de paragraaf "Gebruik van de rollas
elektrode".
5.4.1 Het lasoppervlak voorbereiden
Om goed laswerk te verkrijgen is het noodzakelijk
dat het oppervlak grondig is ontdaan van eventuele
verflagen.
Het lasoppervlak moet bovendien volledig droog zijn
en vrij van stof, vet of olie- of vetlagen.
Vertaalde kopie van de oorspronkelijke Italiaanse tekst
dient
geschikte
gemaakt
van
de
NL-5
5.4.2 Lassen van de massaklem
OPMERKING
De massaklem moet zo dicht mogelijk
in de buurt van het gebied worden
gelast waarop de volgende bewerkingen
moeten worden uitgevoerd.
LET OP
De afstelling van de lasparameters
gebeurt volgens het inzicht van de
bediener, aangezien ze licht kunnen
variëren afhankelijk van diverse factoren,
zoals:
• De lasafstand ten opzichte van de
positie van de massaklem.
• Het soort gelaste element (sterren,
ringen, wavedraad, enz.), het soort
las (verwarming met koolstaaf ) of
afhankelijk van het contactoppervlak
en de vorm.
• Het materiaal waarop de las wordt
uitgevoerd.
(Verwijzing naar de bijgevoegde afbeelding A2)
• Pak het pistool (2) stevig vast bij de kolf.
• Laat de massaklem (3) op het oppervlak steunen
waarop gelast moet worden.
• Houd het pistool in verticale positie (90°) dichtbij de
massaklem, druk op de trekker (4) om het lassen te
starten (als de functie AUTOSTART actief is, start het
lassen automatisch).
• Draai de afscherming (5) vast totdat deze op het
oppervlak steunt.
• Ga verder met de volgende bewerkingen.
• Verwijder de massaklem als de bewerking is
voltooid door hem schuin zijwaarts te bewegen.
5.4.3 Gebruik van de elektroden en lassen van
accessoires
LET OP
De afstelling van de lasparameters
gebeurt volgens het inzicht van de
bediener, aangezien ze licht kunnen
variëren afhankelijk van diverse factoren,
zoals:
• De lasafstand ten opzichte van de
positie van de massaklem.
• Het soort gelaste element (sterren,
ringen, wavedraad, enz.), het soort
las (verwarming met koolstaaf ) of
afhankelijk van het contactoppervlak
en de vorm.
• Het materiaal waarop de las wordt
uitgevoerd.
(Verwijzing naar de bijgevoegde afbeelding A3)
• Pak het pistool (1) stevig vast bij de kolf.
• Laat het accessoire op het oppervlak steunen
waarop gelast moet worden.
NL