Dit is het meest betrouwbare systeem, dat werkt met
een borstband met meerdere elektrodes waarvan de
gemeten waarden draadloos doorgeseind worden
naar de monitor. Als u een pacemaker gebruikt,
mag u de borstband alleen met toestemming van
een arts gebruiken. Wanneer u uw hartslag tijdens
de training op deze manier wilt controleren, moeten
de geribbelde elektroden aan de binnenzijde van de
borstband vochtig gemaakt worden (water). Plaats
de zender juist onder de borst met de elastische band
strak genoeg om tijdens het trainen de elektroden
contact te laten houden met de huid, maar niet zo
strak dat normaal ademen wordt belemmerd. De
zender geeft de hartslag automatisch door aan de
monitor die zich niet verder dan één meter van de
borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder
van de monitor verwijderd is, wordt het signaal te
zwak om te ontvangen.Let er ook op dat niet meerdere
personen met een borstband om, binnen een straal
van één meter rond de monitor staan, want de monitor
ontvangt dan van elke elektrode een signaal en telt
deze dan bij elkaar op.
Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat
bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals
polyester of polyamide) statische electriciteit
veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan. Denkt u eraan dat mobiele
telefoons, een tv of andere electronische apparaten
een electromagnetisch veld om zich heen vormen, wat
bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan.
WERKING EN PROGRAMMA'S
Plaats de veiligheidssleutel in de Safety key-
1.
positie. Daarna worden de monitor en alle vensters
uitgeschakeld.
Druk op de POWER-knop. De monitor wordt
2.
aangeschakeld. In het programmavenster verschijnt
"ENTER WEIGHT". Druk op +/- om uw gewicht in
te geven.
Druk op ENTER om de ingestelde waarde te
3.
bevestigen. In het programmavenster verschijnt
"SELECT PROGRAM OR PRESS START".
Druk op PROGRAM en selecteer het gewenste
4.
programma 1-6 of User 1-2 via SPEED +/- of
ELEVATION +/-.
In programma 1 verschijnt "MANUAL SPEED
5.
& ELEVATION" in het programmavenster. In
programma 2 tot 5 verschijnt het profiel in het
programmavenster. In programma 6 verschijnt "HRC
WEIGHT LOSS" in het programmavenster. Druk
op de ENTER-knop om het gewenste programma te
bevestigen.
In het programmavenster verschijnt "ENTER
6.
YOUR WORKOUT TIME". Het TIME-venster zal
oplichten. Druk op +/- om de gewenste tijd voor
de oefening in te stellen. Druk op ENTER om de
ingestelde waarde te bevestigen.
In het programmavenster verschijnt "ENTER
7.
WORKOUT DISTANCE". Het DISTANCE-venster
zal oplichten. Druk op +/- om de gewenste afstand
voor de oefening in te stellen. Druk op ENTER om de
ingestelde waarde te bevestigen.
AFNA_Trail_1.indd 35
H A N D L E I D I N G • T R A I L
In het programmavenster verschijnt "ENTER
8.
WORKOUT CALORIES". Het CALORIES-venster
zal oplichten. Druk op +/- om de gewenste calorieën
voor de oefening in te stellen. Druk op ENTER om de
ingestelde waarde te bevestigen
In programma 1 tot 5, druk op START om met
9.
de oefening te beginnen. U kunt de snelheid verder
regelen met de SPEED + / - toetsen en de loophoek
met de INCLINE + / - toetsen. Bij de programma's,
stel indien nodig het weerstandsniveau waarmee u
traint in door op de + / - toetsen te drukken.
In programma 6 verschijnt eerst "ENTER
10.
AGE" in het programmavenster. Druk op +/- om
uw leeftijd in te geven. Druk op ENTER om uw
leeftijd te bevestigen. In het programmavenster
verschijnt "TARGET HEART RATE". Druk op
+/- om het gewenste doelhartritme in te geven,
en daarna op ENTER om het doelhartritme te
bevestigen. In programma 6 kunt u nu de doeltijd,
-afstand en –calorieën ingeven. Druk op START
om met de oefening te beginnen. Gecontroleerde
hartslagtrainingen geven de mogelijkheid tot training
op een gewenst hartslagniveau. Hartslagaangepaste
profielen veronderstellen altijd de hartslagmeting.
USER 1 TOT USER 2
Druk op enter om het gewenste gebruikersinstelling
1.
enprogramma te bevestigen.
In het programmavenster verschijnt "ENTER
YOUR WORKOUT TIME".
Druk op +/- om de gewenste tijd voor de oefening
2.
in te geven. Het TIME-venster zal oplichten. Druk
op +/- om de gewenste tijd voor de oefening in te
stellen.
In het programmavenster verschijnt "ENTER
3.
WORKOUT DISTANCE". Het DISTANCE
venster zal oplichten. Druk op +/- om de gewenste
afstand voor de oefening in te stellen. Druk op de
Enter-knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
In het programmavenster verschijnt "ENTER
4.
WORKOUT CALORIES". Het CALORIES
venster zal oplichten. Druk op +/- om de gewenste
calorieën voor de oefening in te stellen. Druk
op Enter om de ingestelde waarde te bevestigen.
Indien gewenst, kunt u nu de profielniveaus
aanpassen.
In het programmavenster zal de eerste kolom
a.
van de LED-matrix oplichten. Druk op SPEED
+/- om de gewenste snelheid in te stellen en
druk op INCLINE +/- om de gewenste helling
in te stellen.
Druk op ENTER om uw profielinstelling voor
b.
de eerste kolom te bevestigen.
Ga door tot alle profielen ingesteld zijn, kolom
c.
per kolom.
In het programmavenster verschijnt "PRESS
5.
START TO BEGIN". Druk op start om met de
oefening te beginnen.
Druk tijdens de instelmodus op RESET/ ENTER
6.
gedurende 2 seconden om terug te gaan naar de
beginmodus.
ENGINEERING-MODUS
Met de veiligheidssleutel in de positie
1.
(beginmodus) houdt u eerst de PROGRAM-knop
ingedrukt. Druk daarna ook op ENTER om naar de
Engineering-modus te gaan.
N L
3 5
8.8.2008 12:06:17