WAARSCHUWING! Risico op elektrische
schokken
Het werk met elektrische apparatuur moet
worden uitgevoerd door een bevoegd elektri-
cien.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Gebruik de gepaste beschermende uitrusting
wanneer u blootstelling aan het stof riskeert.
WAARSCHUWING! Risico op elektrische
schokken
U dient steeds de aansluitspanning los te kop-
pelen voordat u onderhoud uitvoert, hetzij
mechanisch of elektrisch. U dient een onder-
houdsschakelaar steeds in de uit-stand te ver-
grendelen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Zorg dat de vacuümmeter, zie
Item 15, aantoont dat er geen vacuüm aanwe-
zig in het systeem tijdens het onderhoud.
WAARSCHUWING! Gevaar voor brandwon-
den
U dient ervoor te zorgen dat de unit koel is
voordat u een controle uitvoert, om brandwon-
den te vermijden. De unit en de onderdelen
kunnen zeer warm worden.
8.1 Algemene inspectie
Voer na iedere 500 diensturen de volgende algemene
inspectie uit:
• Controleer de binnenkomende aansluitingen. Zorg
dat alle kabels en slangen stevig aangesloten zijn.
Tabel 8.1 Riemspanning
RBU
1300
1600
1600E
Hz
50–60
Nieuwe riemen
35
F(N)
Gebruikte rie-
25
men F(N)
8.3 Oliepomp
Voer na iedere 500 diensturen de volgende olie-in-
spectie van de pomp uit:
• Controleer of er geen olie lekt uit de pomp.
• Controleer het oliepeil.
RBU
• Controleer op tekenen van corrosie of andere be-
schadiging.
• Controleer of de ventilatie-inlaat en -uitlaat van de
unit vrij zijn.
• Controleer of de ventilatie naar de ruimte vrij is (in-
dien binnenshuis geplaatst).
• Controleer of er geen stof of materiaal binnenin de
unit opgehoopt zit. Stof of opgehoopt materiaal kan
wijzen op een filterstoring.
8.2 Riemtransmissie
Voer na iedere 500 diensturen de volgende inspectie
van de riemtransmissie uit:
1
2
3
Afbeelding 3
4 Controleer de spanning van de riemtransmissie
5
6
2100
2600
2100E
50–60
50
90
70
60
45
• Controleer of de olie schoon is.
8.4 Olie in de pomp vervangen
Verwijder de panelen die zich het dichtst bij de pomp
en de transmissie bevinden voordat u de olie ver-
vangt.
Verwijder de riembescherming, zie Afbeelding 1 I-
tem 7.
Verwijder het zijpaneel van de motor om eenvou-
dig bij de schroeven te kunnen waarmee de motor
verankerd zit.
Vervang versleten of beschadigde riemen of riem-
schijven.
De lengtes van de riemen in de set moeten
overeenkomen met de toleranties in ISO
4184.
en pas indien nodig aan. Gebruik
gids voor kracht F zoals weergeven in
ding 8:
Plaats het zijpaneel van de motor terug.
Plaats de riembescherming terug.
Nieuwe riemen hebben de neiging om enigs-
zins uit te rekken in de eerste diensturen en
moeten nauwer aangespannen worden dan
gebruikte riemen.
2600
60
90
60
NL
Tabel 8.1
als een
Afbeel-
2600 FC
20–60
90
60
147