9.5.4
Zichtcontrole van de coatings en
de behuizing op slijtage
9.5.5
Functiecontrole van de bewa-
kingsinrichtingen
9.5.5.1
Controleer de weerstand van de
interne elektroden voor de bewa-
king van de motorruimte.
9.5.5.2
De weerstand van de tempera-
tuursensor controleren
9.5.5.3
Controleer de weerstand van de
staafelektrode voor de bewaking
van de afdichtingsruimte
9.5.6
Olie verversen in de afdichtings-
ruimte
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa PRO
Onderhoud
De coatings alsmede de onderdelen van het huis mogen geen beschadigingen vertonen.
Als er gebreken worden vastgesteld, moeten de volgende punten in acht worden geno-
men:
▪ Als de coating is beschadigd, moet deze worden hersteld.
▪ Als onderdelen van de behuizing zijn versleten, moet contact met de Wilo-servicedienst
worden opgenomen!
Voor het controleren van de weerstanden moet de pomp zijn afgekoeld tot de omge-
vingstemperatuur!
Meet de weerstand van de elektrode met een ohmmeter. De gemeten waarde moeten
naar "oneindig" gaan. Bij waarden van ≤ 30 kOhm is er sprake van water in de motor-
ruimte. Neem hiervoor contact op met de servicedienst!
Meet de weerstand van de temperatuursensor met een ohmmeter. Er moet aan de vol-
gende gemeten waarden worden voldaan:
▪ Bimetaalsensoren: Gemeten waarde = 0 ohm (doorgang).
▪ PTC-sensoren (thermistor): Gemeten waarde is afhankelijk van het aantal ingebouwde
sensoren. Een PTC-sensor heeft een koude weerstand tussen 20 en 100 ohm.
– Bij 3 sensoren in serie ligt de gemeten waarde tussen de 60 en 300 ohm.
– Bij 4 sensoren in serie ligt de gemeten waarde tussen de 80 en 400 ohm.
Meet de weerstand van de elektrode met een ohmmeter. De gemeten waarde moeten
naar "oneindig" gaan. Bij waarden van ≤ 30 kOhm zit er water in de olie, ververs in dat
geval de olie!
WAARSCHUWING
Bedrijfsstoffen onder hoge druk!
In de motor kan een druk van meerdere bar ontstaan! Deze druk daalt bij het ope-
nen van de sluitpluggen. Wanneer de sluitpluggen onzorgvuldig worden geopend,
kunnen deze er met hoge snelheid uit worden geslingerd! Om letsel te voorkomen,
moeten de volgende instructies worden opgevolgd:
• De werkstappen moeten in de voorgeschreven volgorde worden uitgevoerd.
• Draai de sluitpluggen er langzaam en nooit volledig uit. Zodra de druk ontsnapt
(hoorbaar fluiten of sissen van lucht), mag u de sluitplug niet verder draaien!
• Wacht tot de druk volledig is ontsnapt en draai de sluitplug er dan volledig uit.
• Draag een gesloten veiligheidsbril.
WAARSCHUWING
Verbrandingen door hete bedrijfsstoffen!
Wanneer de druk ontsnapt, kunnen er ook hete bedrijfsstoffen naar buiten spuiten.
Hierdoor kunnen brandwonden worden veroorzaakt! Om letsel te voorkomen, moe-
ten de volgende instructies worden opgevolgd:
• Laat de motor afkoelen tot omgevingstemperatuur, open de sluitpluggen pas
daarna.
• Draag een gesloten veiligheidsbril of gelaatsbescherming en handschoenen.
nl
569