W
ERK AAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING
Voorzorgsmaatregelen bij werk aan de elektrische
bedrading
WAARSCHUWING
■
Een hoofdschakelaar of een andere manier om te
onderbreken, met een contactscheiding in alle polen,
moet voorzien zijn in de vaste bedrading in
overeenstemming met de toepasselijke lokale en
nationale regelgeving.
■
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen
uitvoert.
■
Werk alleen met koperdraad.
■
De bedrading ter plaatse en de montage van de
componenten moeten worden uitgevoerd door een
erkend elektricien en in overeenstemming zijn met de
geldende Europese en nationale reglementeringen.
■
Installeer de vereiste zekeringen zoals beschreven op
het elektrische bedradingsschema.
■
De bedrading ter plaatse moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met het bedradingsschema dat met
de unit is meegeleverd en met de onderstaande
instructies.
■
Plet nooit gebundelde kabels en zorg ervoor dat ze
niet in contact komen met de leidingen of scherpe
randen.
Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op
de klemaansluitingen.
■
Gebruik een afzonderlijke voeding. Deel dus nooit
een voeding met een ander toestel.
■
Zorg voor een aarding. Aard het toestel niet op een
nutsleiding,
een
telefoonaarding. Onvolledige aarding kan elektrische
schokken veroorzaken.
■
Installeer een aardlekbeveiliging in overeenstemming
met de relevante lokale en nationale regelgeving.
Anders bestaat het gevaar dat iemand een elektrische
schok krijgt.
Let er bij de installatie van de aardlekbeveiliging op
dat hij compatibel is met de inverter (bestand tegen
elektrische ruis met hoge frequentie) om ongewenst
activeren van de aardlekbeveiliging te voorkomen.
■
Aangezien deze unit is uitgerust met een inverter kan
de montage van een blindvermogencondensator niet
alleen de vergroting van de energiefactor belemmeren
maar ook abnormaal hoge temperaturen veroorzaken
in de condensator als gevolg van hogefrequentie-
golven. Daarom mag u nooit een blindvermogen-
condensator monteren.
■
Controleer of na de installatiewerkzaamheden alle
rubberen bussen weer zijn aangebracht om de kabels
te beschermen tegen scherpe randen.
Montagehandleiding
16
spanningsbeveiliging
of
een
Alleen voor V1-modellen
■
Apparatuur conform met EN/IEC 61000-3-12
■
Deze
apparatuur
EN/IEC 61000-3-11
systeemimpedantie Z
Z
op het interfacepunt tussen de voeding van de
max
gebruiker en het openbare systeem. Het behoort tot
de verantwoordelijkheid van de installateur of de
gebruiker van de apparatuur om ervoor te zorgen,
indien nodig in overleg met de distributienetwerk-
beheerder,
dat
aangesloten op een voeding met een systeem-
impedantie Z
die kleiner dan of gelijk is aan Z
sys
011
0,34 Ω
=
Z
max
(a) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt voor
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aangesloten op
openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A en ≤75 A per
fase.
(b) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt voor
spanningsveranderingen, spanningsschommelingen en flikkeren in openbare
laagspanningssystemen voor apparatuur met een nominale stroom ≤75 A.
Interne bedrading - Tabel met onderdelen
Raadpleeg het intern bedradingsschema dat met de unit is mee-
geleverd. De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis.
Componentenlijst schakelkast
A1P............................ Hoofdprintplaat
A2P............................ Printplaat afstandsbediening
(gebruikersinterface)
A3P............................ Besturingsprintkaart
A4P......................* .... Inverter-printplaat
A4P..................... # .... Inverter-besturingsprintplaat
A5P......................* .... QA-printplaat
A5P..................... # .... Inverter-printplaat
A6P............................ Filterprintplaat
A7P............................ Digitale I/O-printplaat (optie)
A8P............................ Vraag-printplaat (optie)
A10P.......................... Thermostaat-printplaat (optie)
A11P.......................... Ontvangerprintplaat (optie)
B1PH ......................... Hogedruksensor
B1PL.......................... Lagedruksensor
BSK ........................... Relais zonnepompstation (optie)
(EKSRPS3)
BS1~BS4 (A9P)...* .... Drukknop
C1 ........................* .... Condensator
C1,C2 ................. # .... Filtercondensator
C1,C2 (A5P) ....... # .... Condensator printplaat
C1~C3 (A4P) .......* .... Condensator printplaat
C2,C3 ..................* .... Filtercondensator
DS1 (A*P) .................. DIP-schakelaar
E7H............................ Bodemplaatverwarming (alleen in combinatie
met RRRQ*-buitenunit)
E1HC ......................... Carterverwarming
F1,F2 .................. # .... In-line zekering
F1U (A1P,A3P) .......... Zekering (T, 3,15 A, 250 V)
F1U (A6P)............* .... Zekering (T, 6,3 A, 250 V)
F1U,F2U (A4P) ... # .... Zekering (31,5 A, 500 V)
F1U,F2U (A7P) .......... Zekering (5 A, 250 V) (optie)
F3U,F4U ..............* .... Zekering (T, 6,3 A, 250 V)
F3U,F6U (A4P) ... # .... Zekering (6,3 A, 250 V)
H1P~H7P (A9P) ..* .... Led printplaat
HAP (A*P).................. Led printplaat
IPM1 ....................* .... Geïntegreerde voedingsmodule
K1A............................ Interfacerelais
K1E,K2E .................... Elektronische expansieklep
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
(a)
is
conform
met
(b)
op
voorwaarde
dat
de
kleiner dan of gelijk is aan
sys
de
apparatuur
alleen
wordt
max
014
016
0,32 Ω
0,32 Ω
RKHBRD011~016ABV1+Y1
4PW61218-1C – 2012.06
.