Openen van de unit
■
Om toegang te verschaffen tot
de
ontluchtingskraan,
thermische
beveiliging,
3-wegsklep,
thermistoren,
lokale bedradingskanaal, ...
kan het bovenste sierpaneel
van de unit worden verwijderd
door de 2 schroeven aan de
achterkant los te draaien en
dan het paneel los te haken.
Beide afvoerplaten kunnen
worden verwijderd.
■
De volledige schakelkast kan uit de unit worden verwijderd zodat
de binnenunit aan de voorkant toegankelijk wordt.
1
Verwijder
de
2
onderste
schroeven en haak dan het
voorste sierpaneel los om het
weg te nemen.
2
Draai daartoe de schroeven op de voorkant los en haak de
volledige schakelkast los.
Schakel alle voedingen uit – d.w.z. ook die van de
buitenunit, enz., ... – voordat u het servicedeksel van
de schakelkast verwijdert.
U kunt de schakelkast nu net voor de binnenunit plaatsen. De
compressorkabel aan de achterkant van de unit kan worden
losgemaakt zodat u de schakelkast verder van de unit kunt
plaatsen.
1
1
2
4x
2
1
1
3
■
Maak het deksel altijd vast met de schroeven
wanneer u de schakelkast hebt verwijderd.
■
Onderdelen in de unit kunnen heel warm zijn.
Gevaar voor brandwonden!
■
Zorg ervoor dat alle voedingen zijn uitgeschakeld
voordat u de schakelkast uit de unit verwijdert.
Montagehandleiding
38
2x
4x
2x
4
5
Algemene symptomen
Symptoom 1: De unit is ingeschakeld (
verwarmt niet zoals het hoort
M
OGELIJKE OORZAKEN
De temperatuurinstelling is niet
correct.
Er is te weinig waterstroming.
Het watervolume in de installatie is
te laag.
Opslagcapaciteit.
Symptoom 2: De pomp maakt lawaai (cavitatie)
M
OGELIJKE OORZAKEN
Er zit lucht in het systeem.
De waterdruk aan de pompinlaat is
te laag.
Symptoom 3: Waterdrukveiligheidsklep gaat open
M
OGELIJKE OORZAKEN
Het expansievat is defect.
Het watervolume in de installatie is
te groot.
Symptoom 4: De waterdrukveiligheidsklep lekt
M
OGELIJKE OORZAKEN
De uitlaat van de
waterdrukveiligheidsklep wordt
geblokkeerd door vuil.
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
-led brandt) maar de unit
W
AT TE DOEN
Controleer het instelpunt van de
controller.
• Controleer of alle afsluiters van
het watercircuit helemaal
openstaan.
• Controleer of het waterfilter moet
gereinigd worden.
• Controleer of er geen lucht in het
systeem zit (ontlucht).
• Controleer op de manometer of er
voldoende waterdruk is. De
waterdruk moet >0,3 bar (water is
koud) bedragen, >>0,3 bar (water
is warm).
• Controleer of het expansievat niet
defect is.
Controleer of het watervolume in de
installatie boven de minimaal
vereiste waarde ligt (zie "Controle
van het watervolume en de voordruk
in het expansievat" op pagina 14).
• Controleer of de koelventilator aan
de achterkant van de schakelkast
goed werkt.
• Controleer of de unit niet in een te
warme plaats geïnstalleerd is
(>30°C).
W
AT TE DOEN
Ontlucht het systeem.
• Controleer op de manometer of er
voldoende waterdruk is. De
waterdruk moet >0,3 bar (water is
koud) bedragen, >>0,3 bar (water
is warm).
• Controleer of de manometer niet
defect is.
• Controleer of het expansievat niet
defect is.
• Controleer of de voordruk van het
expansievat correct is ingesteld
(zie "Voordruk van het expansievat
instellen" op pagina 15).
W
AT TE DOEN
Vervang het expansievat.
Controleer of het watervolume in de
installatie onder de maximaal
toegelaten waarde ligt (zie "Controle
van het watervolume en de voordruk
in het expansievat" op pagina 14).
W
AT TE DOEN
Controleer de goede werking van de
drukveiligheidsklep door de rode
knop op de klep linksom te draaien:
• Hoort u geen klakkend geluid,
neem dan contact op met uw
plaatselijke verdeler.
• Als het water uit de unit blijft
vloeien, dient u de afsluiters van
zowel de waterinlaat als -uitlaat
eerst te sluiten en dan contact met
uw plaatselijke verdeler op te
nemen.
RKHBRD011~016ABV1+Y1
4PW61218-1C – 2012.06