Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor RUN
• V oordat u de automatisering voor de eerste maal
gaat gebruiken, is het raadzaam u door de installa-
teur te laten uitleggen waar de restrisico's ontstaan, en
enkele minuten van uw tijd te besteden aan het lezen
van deze handleiding met aanwijzingen en aanbeve-
lingen voor de gebruiker die de installateu u over-
handigd heeft. Bewaar deze handleiding voor eventuele
toekomstige twijfels en geef haar aan een eventuele
nieuwe eigenaar van de automatisering.
• U w automatisering is een machine die getrouwe-
lijk uw instructies opvolgt; onverantwoordelijk en
oneigenlijk gebruik kan maken dat het een gevaarlijke
machine wordt: laat de automatisering niet werken als
er zich mensen, dieren of zaken binnen haar bereik
bevinden.
• K inderen: een automatiseringsinstallatie biedt een hoge
graad van veiligheid, doordat ze met haar beveiligings-
systemen de manoeuvre bij aanwezigheid van mensen of
zaken onderbreekt en altijd een voorspelbare en veilige
activering garandeert. Het is in ieder geval verstandig
kinderen te verbieden in de buurt van de installatie te
spelen en de afstandsbedieningen buiten hun bereik te
houden om te voorkomen dat de installatie per ongeluk
in werking komt: het is geen speelgoed!
• Storingen: Zodra u constateert dat de automatise-
ringsinstallatie niet werkt zoals ze dat zou moeten
doen, dient u de stroomtoevoer naar de installatie te
onderbreken en haar handmatig te ontgrendelen. Pro-
beer niet zelf te repareren, maar roep de hulp van uw
vertrouwensinstallateur in: intussen kan de installatie
werken als een niet geautomatiseerde toegang, wan-
neer u de reductiemotor op de hieronder beschreven
manier ontgrendeld hebt.
• Onderhoud: Zoals elke machine heeft uw installatie
periodiek onderhoud nodig om haar zo lang mogelijk
en geheel veilig te laten werken.Stel met uw instal-
lateur een onderhoudsplan met periodieke frequentie
op; Nice raadt bij normaal gebruik bij een woning
een onderhoudsbezoek om het half jaar aan, maar
dit tijdsbestek kan variëren in functie van een meer of
minder intensief gebruik. Alle controle-, onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
• Ook al bent u van mening dit te kunnen doen, breng
geen wijzigingen aan de installatie en de programme-
rings- en afstellingsparameters van uw automatise-
ringsinstallatie aan: uw installateur is aansprakelijk.
• De opleveringstest, de periodieke nderhoudswerk-
zaamheden en de eventuele reparatiewerkzaamheden
dienen gedocumenteerd te worden door wie die uit-
voert en de documenten dienen door de eigenaar van
de installatie bewaard te worden.
De enige werkzaamheden die de gebruiker regel-
matig kan en moet uitvoeren zijn het reinigen van de
glaasjes van de fotocellen en het verwijderen van bla-
deren en stenen die het automatisme in diens werking
kunnen belemmeren. Om te voorkomen dat iemand
de deur in beweging kan bregen dient u eraan te den-
ken voordat u dit gaat doen het automatisme (zoals
verderop beschreven) te ontgrendelen en voor het
schoonmaken alleen een enigszins vochtige in water
gedrenkte doek te gebruiken.
• Afvalverwerking: Als de automatisering niet meer
gebruikt kan worden, dient u zich ervan te vergewis-
sen dat de sloop daarvan door gekwalificeerd perso-
neel wordt uitgevoerd en dat het materiaal volgens de
plaatselijk geldende voorschriften wordt hergebruikt of
naar de afvalverwerking wordt gezonden.
• In geval van defecten of stroomuitval: In afwach-
ting van het bezoek van uw installateur, (of het terug-
keren van de elektrische stroom als de installatie niet
van bufferbatterijen voorzien is), mag de installatie
gebruikt worden als elke andere niet-geautomatiseer-
de toegang. Hiertoe dient u de automatisering hand-
matig te ontgrendelen: aan deze handeling, die de
enige is die de gebruiker van de automatisering mag
uitvoeren, heeft Nice bijzonder veel aandacht besteed
om u altijd een maximum aan gebruiksvriendelijk-
heid te garanderen, zonder dat u gereedschap moet
gebruiken of fysieke kracht moet aanwenden.
NL
181