•
De drukschakelaar
3
gehouden om de ingebouwde testfunctie te starten.
•
De zoemer weerklinkt, alle LED´s (behalve de - 12 V
LED of + 12 V LED)
moeten hun werking aangeven.
-
Het vervangen van de batterijen is noodzakelijk, wanneer
de ingebouwde testfunctie (zelftest) niet meer kan worden
geactiveerd.
-
Test de spanningstester op bekende spanningsbronnen
bijv. op een 230 V-contactdoos.
-
Gebruik de spanningszoeker niet, wanneer spanningsindica-
tor, fase-indicator en vibratiemotor niet correct functioneren!
4.
Controle van de installatie op spanningloosheid (af-
beelding B/C)
Bij de installatiecontrole dient u de spanningloosheid van de
installatie te controleren door de spanningsindicator, de fase-
indicator (fase-indicator functioneert alleen in het geaarde
wisselspanningsnet) en de vibratiemotor (vibratiemotor wordt
door bediening van beide druktoetsen geactiveer) te controle-
ren. Van spanningloosheid van de installatie is alleen sprake,
wanneer alle drie testkringen spanningloosheid aangeven
(spanningsindicator, fase-indicator en vibratiemotor).
-
Leg de beide teststaven L1/+
testen installatieonderdelen.
-
De omvang van de aanwezige spanning wordt weergege-
ven via de graduele LED-indicator
-
Een knipperend lampje niveau laat zien dat de spanning
van de LED fase niet is zijn bewerkt (behalve de 12/24 V
LED). Een LED stap lichten van 75 - 85 % van de schaal-
waarde
-
Wisselspanningen (AC) worden weergegeven door het
gelijktijdig oplichten van de + 12 V LED en van de - 12 V
LED.
-
Gelijkspanningen (DC) worden weergegeven door het
oplichten van de + 12 V LED of van de - 12 V LED. Via
de polariteitsindicatie
aanwezige polariteit + of - weergegeven.
-
Om een onderscheid te maken tussen energierijke en
energiearme spanningen (bijv. capacitief ingekoppelde
stoorspanningen) kan door bediening van de beide druk-
schakelaars een interne last in de spanningstester worden
ingeschakeld. (zie hoofdstuk 5.)
Overbelastingsindicatie
Wanneer de spanning aan de teststaven L1/-
hoger is dan de toegestane nominale spanning, dan knipperen
alle LED´s van de graduele indicator
dicatie vindt plaats vanaf AC/DC 1.100 V.
5.
Vermogeninschakeling met vibratiemotor (afbeelding
B/C)
De beide handgrepen L1
schakelaars
wordt er op een lagere inwendige weerstand geschakeld.
Hierbij wordt in de indicatiehandgreep L2
(motor met onbalans) onder spanning gezet. Vanaf ca. 200 V
wordt deze in een draaibeweging gebracht. Naarmate de
spanning stijgt, verhogen ook het toerental en de vibratie. De
duur van de test met een lagere inwendige weerstand (last-
test) is afhankelijk van de omvang van de te meten spanning.
Om ervoor te zorgen dat het apparaat niet ontoelaatbaar wordt
verhit, is er een thermische beveiliging (terugregeling) voor-
zien. Bij deze terugregeling daalt het toerental van de vibratie-
motor en stijgt de inwendige weerstand.
De lastinschakeling (beide drukschakelaars zijn ingedrukt) kan
worden gebruikt om ...
-
blinde spanningen (inductieve en capacitieve spanningen)
te onderdrukken
-
condensatoren te ontladen
-
een 10/30 mA aardlekschakelaar te activeren. De active-
ring van de aardlekschakelaar vindt plaats door middel
van een test aan de buitengeleider (faseweergave) tegen
PE (aarde). (afbeelding E)
6.
Buitengeleider testen (faseweergave) (afbeelding D)
-
Neem de beide handgrepen L1
ledige oppervlak vast om een capacitieve koppeling tegen
aarde te garanderen.
-
Leg de teststaaf L2/+
derdeel.
Zorg er daarbij in ieder geval voor dat bij de eenpolige bui-
tengeleidertest (faseweergave) de teststaaf L1/-
wordt aangeraakt en deze contactvrij blijft.
-
Wanneer de rode LED
dan ligt op dit installatieonderdeel de buitengeleider (fase)
van een wisselspanning.
Opmerking:
De eenpolige buitengeleidertest (faseweergave) is mogelijk in
het geaarde netwerk vanaf 230 V, 50/60 Hz (fase tegen aarde).
Beschermende kleding en isolerende lokale omstandigheden
kunnen de werking negatief beïnvloeden.
Let op!
Een spanningsvrijheid kan alleen worden vastgesteld door een
tweepolige test.
7.
Draaiveld testen (afbeelding F/G)
-
Neem de beide handgrepen L1
ledige oppervlak vast om een capacitieve koppeling tegen
aarde te garanderen.
-
Leg de teststaven L1/-
ders (fasen) en controleer of er een buitengeleiderspan-
ning van bijv. 400 V aanwezig is.
- Een rechts draaiveld (fase L1 voor fase L2) is aanwezig,
wanneer de groene LED ► van de draaiveldindicatie
brandt.
- Een links draaiveld (fase L2 voor fase L1) is aanwezig,
02/ 2019
moet gedurende ca. 3 seconden ingedrukt worden
6
. Bij bediening van de beide drukschakelaars
DUSPOL
6
in de indicatiehandgreep L2
9
en de meetpuntverlichting
2
J
wordt de op de teststaaf L2/+
9
7
8
en L2
7
3
tegen het te testen installatieon-
K
in het indicatieveld brandt,
7
2
3
L2/+
expert
®
3
en L2/-
tegen de te
9
.
2
en L2/+
. De overbelastingsin-
zijn voorzien van druk-
8
een vibratiemotor
en L2
8
over het vol-
8
en L2
over het vol-
tegen twee buitengelei-
3
3
2
niet
L
47