NEDERLANDS
NEDERLANDS
NEDERLANDS
NEDERLANDS
NEDERLANDS
3)
Zet de bedieningsschakelaar op het bedienings-
paneel in de 'IJS'-stand.
4)
Zet het voorpaneel weer op zijn plaats.
5)
Zet de stroom aan en laat de watertank vollopen met
water en laat de ijsmachine in totaal 10 minuten
draaien (zie 8 voor de volgorde van werking).
6)
Zet de stroom uit en verwijder het voorpaneel en het
onderpaneel.
7)
Verwijder de pompslang aan één kant en laat de
watertank leeglopen (zie Afb. 4) om eventueel los vuil
weg te spoelen.
8)
Breng de pompslang weer aan en zet het onderpaneel
weer op zijn plaats.
9)
Maak de opslagbak schoon.
10) Zet het voorpaneel weer op zijn plaats.
11) Zet de stroom aan en start het automatisch
ijsproductieproces.
12) Wacht totdat er een complete cyclus van ijsproductie
en ontdooien is afgewerkt.
CONTROLE VAN DE BAK
CONTROLE VAN DE BAK
CONTROLE VAN DE BAK
CONTROLE VAN DE BAK
CONTROLE VAN DE BAK
1)
Met de voorpaneel op zijn plaats, verwijder de
duimschroeven langs de bovenkant van de
ijsdeflector van de opslagbak en laat hem langs de
bevestigingsmiddelen aan de zijkant scharnieren.
2)
Houd een beetje ijs tegen het controlelampje van
de bak. De ijsmachine moet binnen 10 seconden
stoppen.
Afb. 4
Afb. 4
Afb. 4
Afb. 4
Afb. 4
3)
Breng de duimschroeven weer aan en sluit de
deur van de bak.
4)
Controleer of de ijsmachine weer start.
8. WERKING
8. WERKING
8. WERKING
8. WERKING
8. WERKING
De volgorde van opstarten en werking kent de
volgende stappen:
1) Vulcyclus van 1 minuut
Het toestel start altijd met een vulcyclus van een
minuut. Als het toestel wordt aangezet, wordt de
waterklep geactiveerd en begint de vulperiode. Na 1
minuut controleert het paneel of de vlotterschakelaar is
gesloten. Als de vlotterschakelaar is gesloten, begint
de oogstcyclus. Zoniet, dan wacht het toestel totdat er
voldoende water in de vergaarbak zit. Als er niet
voldoende water in de vergaarbak zit, treedt het toestel
dus niet in werking. De waterklep blijft geactiveerd met
extra vulcycli van 1 minuut totdat er voldoende water in
de vergaarbak zit en de vlotterschakelaar sluit.
2) 1
oogstcyclus
ste
De compressor start, de klep voor het hete gas opent,
de waterkraan blijft open en de oogst begint. Bij het
warmer worden van de afdampinstallatie controleert de
thermistor die op de zuigleiding zit op een temperatuur
van 9°C. Als de 9°C is bereikt, wordt de oogstcyclus
verder bestuurd door de regelbare ontdooi-timer op het
bedieningspaneel, die in de fabriek is ingesteld op
normale omstandigheden. Met deze regelaar kan de
ontdooi-timer worden ingesteld op 1 t/m 3 minuten.
3) Vriescyclus
Nadat de oogstcyclus is beëindigd door de timer,
sluiten de kleppen voor het hete gas en het water en
begint de ijsproductiecyclus. Gedurende de eerste 5
minuten accepteert het bedieningspaneel geen signaal
van de vlotterschakelaar. Deze minimum vriesperiode
van 5 minuten dient als beveiliging tegen korte cycli.
Aan het eind van de 5 minuten neemt de
vlotterschakelaar de bediening over. Naarmate er
zich ijs ophoopt op de afdampinstallatie, daalt het
peil in de vergaarbak. Het bevriezen gaat door totdat
de vlotterschakelaar opent en de ijsproductie wordt
beëindigd.
4) Uitpompen bij oogst
Als de vlotterschakelaar opent en de voltooiing van
de friescyclus aangeeft, begint de oogstcyclus. De
klep voor het hete gas opent en de compressor blijft
draaien. De afvoer-timer begint met het aftellen van
de 10/20 seconden voor het uitpompen.
36
91A1NG11A0105