Mogelijke bronnen van
Laserklasses
Laserveiligheidsinstructies
...............................................................................................................................................................................................................................................................
365-374-138A4
Issue 1, November 2003
Let op de volgende mogelijke bronnen van gevaar die zullen blijven
gevaar
bestaan ook al zijn alle veiligheidsmaatregelen genomen:
•
Laserstraling kan leiden beschadiging van de huid en de ogen.
•
Laserstraling afkomstig van optische transmissiesystemen ligt in
een golflengtebereik dat onzichtbaar is voor het menselijke oog.
Het maximale uitgangsvermogen van de laserstraling is afhankelijk van
de gebruikte soort laserdiode. In de internationale normen IEC 60825 en
DIN/EN 60825 en in de voorschriften van het Food and Drug
Administration's Center for Devices and Radiological Health
(FDA/CDRH) is voor elke golflengte het maximale uitgangsvermogen
van de laserstraling voor elke laserklasse vastgelegd.
Het classificatieschema is gebaseerd op de mate waarin de emissie van
laserstralen of de emissie van gereflecteerde laserstralen tijdens normale
bedrijfsomstandigheden letsel aan ogen of huid kan veroorzaken.
Zie ook Laserproductclassificatie (9-16).
Neem de volgende instructies in acht om te voorkomen dat uzelf en
anderen aan gevaren worden blootgesteld:
•
Lees de betreffende beschrijvingen in de handboeken alvorens de
apparatuur in gebruik te nemen of installatie- en
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan de optische
poorteenheden en volg de instructies op. Negeren van deze
instructies kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke laserstraling.
•
Kijk niet direct in de laserstraal met optische instrumenten zoals
een optische microscoop omdat het kijken in laserstralen die de
grenswaarden van Klasse 1 overschrijden, het gevaar van
oogbeschadiging aanzienlijk doet toenemen.
•
Kijk nooit in het uiteinde van een open glasvezel of een open steker
zolang de optische bron nog is ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de optische bron wordt uitgeschakeld alvorens
optische stekers los te koppelen.
•
Controleer bij twijfel of de optische bron wel is uitgeschakeld door
het uitvoeren van een meting met een optische vermogensmeter.
PAS OP!
Het gebruik van andere regel- en afstelorganen en procedures dan
die welke hierin zijn opgenomen, kan tot blootstelling aan
gevaarlijke laserstraling leiden.
NL: Veiligheidshandboek
9 - 1 3