6 Calibratie
Voordat het instrument gebruikt kan worden, dienen ten minste de volgende parameters
te worden ingesteld:
• keuze van meeteenheid (zie 5.1.2)
• detectie van de sensor en ingeven van reductiefactor (zie 5.5.3)
• alarm voor een bepaalde hoeveelheid stroom (zie 5.6.1)
• draaddoorsnede, voor een juiste werking van de stroomsensor (zie 5.6.2)
7 Gebruik
7.1 Algemeen
Druk op de 'ON'
van het beeldscherm te activeren.
De achtergrondverlichting van het beeldscherm wordt 30 seconden (default waarde) nadat
het laatste commando is gegeven, uitgeschakeld.
Druk op de 'UP'
Druk op de 'DOWN'
Wanneer de 'UP'
actie gestopt.
Wanneer de achtergrondverlichting niet geactiveerd is, hebben de 'UP'
'DOWN'
toets geen functie. Activeer dan de achtergrondverlichting door éénmaal op
de 'ON'
toets te drukken.
Bedieningspaneel / kettingteller CCM
toets om de bediening te activeren en om de achtergrondverlichting
toets om het anker op te halen.
toets om het anker uit te vieren.
toets of de 'DOWN'
Chain Up
28.5 mt/m
V=11.6
Chain Down
39.6 mt/m
V=11.6
toets wordt losgelaten, wordt de betreffende
NEDERLANDS
8.3
m
I=39.1
9.7
m
I=39.1
toets en de
13
060123.01