Skoda Rapid Manual Del Usuario página 32

- 2 -
Sensoren spuiten
- De sensoren in de kleur van het voertuig spuiten (aanbevolen laklaagdikte max. 100 μm). Bij
het spuiten te werk gaan volgens de richtlijnen en adviezen van de lakfabrikant (sensorma-
teriaal - metaal + EPDM).
- De gespoten sensoren na het drogen van de lak uit het sjabloon losmaken. De sjabloon als
gesorteerd afval afvoeren.
- De kunststofhuls van de sensor losmaken en de op het rubber rondom het sensoroppervlak
achtergebleven lakresten op passende wijze verwijderen (afkrabben).
- De nieuwe huls uit de set (F) op de sensor schuiven. Alle sensoren op deze manier aanpas-
sen. Verwijderde hulzen als gesorteerd afval afvoeren.
- 3 -
- Tekening van de plaats van de verschillende onderdelen van de parkeerhulpset aan de
achterkant van het voertuig.
- 4, 5, 6 -
Boorgaten ø 8 mm
- De plaatsen voor het boren van de gaten voor de parkeersensoren in de bumper zijn in de
fabriek al voorgeperst (cirkel in een rechthoek).
NL
- Het middelpunt van de cirkel met een geschikte viltstift markeren. Op de gemarkeerde
plaats een gat met een diameter van 3 mm boren. Aansluitend het gat vergroten tot 8 mm.
Op deze manier alle 3 boorgaten voorbereiden.
- 7 -
Boorgaten ø 18 mm
- Voor het boren van de gaten (diameter 18 mm) in de bumper het snijgereedschap
BEA 000 001 (eventueel een stappenboor) gebruiken.
Opmerking. Bij gebruik van een stappenboor de gaten eerst boren
vanaf de buitenkant van de bumper. De gaten aan de binnenkant
afwerken. Eventuele bramen verwijderen en de boorgaten schoon-
maken.
- 8 -
Parkeersensoren positioneren
- De parkeersensoren overeenkomstig de kleur sorteren: buiten - blauw; midden - zwart.
Opmerking. De sensoren mogen niet verwisseld worden.
- 9 -
Draden van de parkeersensoren doortrekken
- De afsluitdop aan de linkerkant (in rijrichting) in de achterplaat van het voertuig verwijderen.
De draden van de parkeersensoren door het gat trekken en de doorvoer (D) (onderdeel van
de draadbundel van de parkeersensoren) zorgvuldig in het gat plaatsen.
32