één of meerdere displaybereiken mag de spannings-
zoeker niet meer worden gebruikt.
• Bij werkzaamheden aan spanningen met meer dan 30
V AC eff. resp. 42 V DC de nodige voorzichtigheid laten
heersen, omdat het gevaar op een stroomschok be-
staat.
• Tussen de aansluitingen resp. tussen de aans lu-
itingen en aarde nooit een spanning aanleggen, die de
aangegeven nominale spanning van het meetinstru-
ment overschrijdt.
• De meetleidingen met betrekking tot beschadigde iso-
latie onderzoeken. Doorgang van de meetleidingen
testen, beschadigde meetleidingen vervangen. Aan-
vullend de isolatie van de meetinstrumentbussen
controleren.
• Voor het gebruik de werking van het meetinstrument
door meten van een bekende spanning garanderen.
E -
E -
6
5
• Het meetinstrument niet in omgevingen met explosie-
ve gassen, stoom of stof gebruiken.
• Het meetinstrument niet gebruiken, als de batterij
vakafdekking of andere delen van de behuizing wer-
den verwijderd.
• Om foutieve meetwaarden te voorkomen, die tot een
stroom schok of verwondingen kunnen leiden, de bat-
terij vervangen, zodra het batterijsymbool op de dis-
play verschijnt.
• De tegen de massa liggende meetleiding voor de stro-
om voerende meetleiding aansluiten. Bij het afnemen
van de meetleidingen in omgekeerde volgorde te
werk gaan, d.w.z. de stroomvoerende meetleiding
eerst loskoppelen.
• Bij het gebruik van meetleidingen de vingers steeds
achter de vingerbescherming op de voelergreep
houden.
Gebruikshandleiding – Digitale Multimeter BE 50
Gebruikshandleiding – Digitale Multimeter BE 50