• Alleen de meegeleverde of conform EN 61010-1 CAT
III/IV (1000/600 V) toegelaten meetleidingen voor de
wer king van het meetinstrument gebruiken.
• Sterke mechanische belastingen, als bijv. druk of vib-
ratie moeten worden vermeden.
• Het instrument alleen met een zachte doek reinigen,
die bij sterke vervuilingen licht vochtig gemaakt mag
worden. Voor het reinigen geen oplosmiddelhouden
de reinigings middelen gebruiken. let erop, dat er geen
vochtigheid binnen in het instrument terecht komt.
• Het apparaat mag uitsluitend op 1 batterij van het
type 6LR61 (9-V-blok) werken. Het mag niet op een
andere spanning, met andere batterijtypes of een an
dere energiebron werken.
• Voor de meting van weerstand, capaciteit, conti-
nuïteit (doorgang), dioden de stroom van het stroom
circuit uit schakelen en alle condensatoren ontladen.
• Voor het meten van de stroom de zekeringen in het in-
• Voor elke spanningsmeting moet worden gegarande-
• Voor elke wissel van het meetbereik moeten de meet
Gebruikshandleiding – Digitale Multimeter BE 50
strument controleren. Voor het aansluiten van het
meetinstrument op een stroomcicrcuit moet de stro-
om van het stroomcircuit worden uitgeschakeld.
erd, dat het meetinstrument niet in het stroommeet
bereik is.
punten van het meetobject worden verwijderd.
Het contact met onder stroom staande leidingen
kan tot verwondingen of de dood leiden.
E - 6