Descargar Imprimir esta página

Asco 374 Serie Instrucciones De Instalación Y Mantenimiento página 3

Ocultar thumbs Ver también para 374 Serie:

Publicidad

Istruzioni di installazione e manutenzione
Elettrovalvola 3/2 NC, NA e U, a comando diretto
corpo ottone o acciaio inox, 1/4, serie 374
DESCRIZIONE
Le elettrovalvole a comando diretto della serie 374
sono valvole:
- fi lettate 1/4, a tre vie NC (normalmente chiuse), NA
(normalmente aperte) ed U (universali), corpo ottone
od acciaio inox ;
- NC, con piano di posa, corpo ottone, per montaggio
su base :
. in ottone, 1/4, singola o assemblabile;
. en alluminio, 1/2, singola o su barra.
Versioni ATEX 94/9/EC :
Vedere "Condizioni specifi che per un impiego sicuro".
CONDIZIONI SPECIFICHE PER UN IMPIEGO
SICURO
Per gli operatori a solenoide ATEX 49/9/EC, si devono
seguire strettamente le istruzioni per l'impiego espo-
ste nelle specifi che Istruzioni d'installazione fornite a
corredo del prodotto.
Versioni a teppetino:
- Sottobasi di ottone: Assemblaggio di una valvola
a solenoide standard con protezione IP65 od ope-
ratori a solenoide per atmosfere esplosive all'ATEX
con il prefi sso "SCDU" (10,5W/11,2W)/ II 3 D IP65,
"NK"/Ex d, "PV"/Ex mb, "EM"/Ex e mb, "ZN"/EEx nA.
INSTALLAZIONE
Le elettrovalvole ASCO devono essere utilizzate
esclusivamente rispettando le caratteristiche tecniche
specifi cate sulla targhetta. Per evitare che il materiale
venga danneggiato, non lasciare che i liquidi soli-
difi chino alle basse temperature e rispettare i limiti
massimo e minimo.
Variazioni sulle valvole o sui piloti sono possibili solo
dopo avere consultato il costruttore ed i suoi rappre-
sentanti.
Prima della installazione, depressurizzare i tubi e
pulire internamente.
Le elettrovalvole possono essere montate in tutte le
posizioni.
La direzione del fl usso ed i collegamenti ai tubi sono
indicati sul corpo delle valvole.
I raccordi devono essere conformi alla misura indicata
sull'apposita targhetta.
ATTENZIONE:
• Ridurre i raccordi può causare operazioni sbagliate o malfun-
zionamento.
• Per proteggere il componente installare, il più vicino possibile
al lato ingresso, un fi ltro adatto al servizio.
• Se si usano nastro, pasta spray o lubrifi canti simili durante il
serraggio, evitare che delle particelle entrino nel corpo della
valvola.
• Usare attrezzature appropriate e posizionare le chiavi il più
vicino possibile al punto di raccordo.
• Per evitare danni al corpo della valvola, NON SERRARE
ECCESSIVAMENTE i raccordi.
• Non usare la valvola o il pilota come una leva.
• I raccordi non devono esercitare pressione, torsione o solleci-
tazione sull' elettrovalvola.
ALLACCIAMENTO ELETTRICO
L'allacciamento elettrico deve essere effettuato esclusivamente da
personale specializzato e deve essere conforme alle norme locali.
ATTENZIONE:
• Prima di mettere in funzione, togliere l'alimentazione elettrica,
diseccitare il circuito elettrico e le parti sotto tensione.
• I morsetti elettrici devono essere correttamente avvitati secondo
1
3
2
le norme prima della messa in servizio.
• Le elettrovalvole devono essere provviste di morsetti di terra a
seconda della tensione e delle norme di sicurezza locali.
I piloti possono avere una delle seguenti caratteristiche elettriche:
• Connettori a lancia secondo ISO-4400 (se installato corretta-
mente, la classe di protezione di questo connettore è IP65).
MESSA IN FUNZIONE
Prima di dare pressione alla valvola, eseguire un test
elettrico. Eccitare la bobina diverse volte fi no a notare
uno scatto metallico che dimostra il funzionamento
del pilota.
SERVIZIO
Molte elettrovalvole sono provviste di bobine per il
funzionamento continuo. Per prevenire la possibilità di
danneggiare cose o persone, non toccare il pilota. Se
di facile accesso, l'elettrovalvola deve essere protetta
per evitare qualsiasi contatto accidentale.
EMISSIONE SUONI
L'emissione di suoni dipende dall'applicazione e dal
tipo di elettrovalvola. L'utente può stabilire esattamente
il livello del suono solo dopo aver installato la valvola
sul suo impianto.
MANUTENZIONE
Generalmente questi componenti non necessitano
spesso di manutenzione. Comunque in alcuni casi è
necessario fare attenzione a depositi o ad eccessiva
usura. Questi componenti devono essere puliti periodi-
camente. Il tempo che intercorre tra una pulizia e l'altra
varia a seconda delle condizioni di funzionamento. Il
ciclo di durata dei componenti dipende dalle condizioni
di funzionamento. In caso di usura è disponibile un
set completo di parti interne per la revisione. Se si
incontrano problemi durante l'installazione e la manu-
tenzione o se si hanno dei dubbi, consultare ASCO o
i suoi rappresentanti.
SMONTAGGIO VALVOLE
Smontare i pezzi seguendo l'ordine indicato sul dise-
gno esploso di queste istruzioni.
1. Togliere la clip di fi sssaggio (1) e sfi lare la bobina
(2).
2. Svitare il cannotto (4) e separare il corpo valvola
(9).
3. Togliere l'insieme nucleo mobile/anello e molla di
rinvio (5)(6)(7) e la guarnizione di tenuta (8).
4. Versione con comando manuale: togliere l'anello di
blocco (10) per liberare il dispositivo manuale (12)
e la sua guarnizione (11)
5. Pulire o sostituire tutti i particolari.
RIMONTAGGIO VALVOLA
Montare i pezzi seguendo l'ordine indicato sul dise-
gno esploso di queste istruzioni e nell'ordine inverso
rispetto al montaggio.
Assicurarsi che la clip di fi ssaggio sia posizionata
correttamente sulla bobina JMX (vedi disegno)
NOTA :
1. Lubrifi care tutte le guarnizioni di tenuta ed OR con
del grasso al silicone di alta qualità.
2. Dopo il rimontaggio, fare funzionare più volte l'elet-
trovalvola al fi ne di assicurare che le manovre di
apertura e di chiusura siano corrette.
Versione con piano di posa :
Serraggio delle 4 viti di fi ssaggio, alla coppia indicata
"A".
5
IT
3/2 NC, NO en U magneetafsluiter, direct werkend,
Messing-oder Edelstahlgehäuse, voor 1/4, serie 374
BESCHRIJVING
Afsluiters uit de 374- serie zijn beschikbaar in
NC (normaal gesloten), NO (normaal open) of U
(Universeel), uitvoering met ¼ pijpaansluiting en
voorzien van 3 aansluitpoorten met messing of
roestvaststalen behuizing.
- Basisplaat uitvoering is beschikbaar als NC (normaal
gesloten) met messing behuizing voor montage op:
. een enkelvoudige of rijgbare basisplaat 1/4
. een enkelvoudige aluminium basisplaat of rijgbare
montagerail 1/2
ATEX 94/9/EG-versies:
Zie "Speciale voorwaarden voor veilig gebruik".
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GE-
BRUIK
Voor magneetkoppen volgens ATEX 49/9/EG dienen
de gebruiksinstructies zoals vermeld in de specifi eke
installatie-instructies die bij het product worden gele-
verd, strikt te worden opgevolgd.
Versies met basisplaatmontage:
- Koperen basisplaten: Assemblage van een
standaard magneetklep met beschermingsgraad
IP65 of magneetkoppen voor explosiegevaarlijke
omgevingen volgens ATEX met prefix "SCDU"
(10,5W/11,2W)/ II 3 D IP65, "NK"/Ex d, "PV"/Ex mb,
"EM"/Ex e mb, "ZN"/EEx nA.
INSTALLATIE
ASCO producten mogen uitsluitend toegepast worden
binnen de op de naamplaat aangegeven specifi caties.
Om schade aan het materiaal te voorkomen, vermijden
dat de vloeistoffen stollen bij lage temperatuur en de
hoogste en laagste temperaturen respecteren.
Wijzigingen zijn alleen toegestaan na overleg met de
fabrikant of haar vertegenwoordiger. Voor het inbou-
wen dient het leidingsysteem drukloos gemaakt te
worden en inwendig gereinigd.
De positie van de afsluiter is naar keuze te bepalen.
De doorstroomrichting wordt bij afsluiters aangegeven
op het afsluiterhuis.
De pijpaansluiting moet overeenkomstig de naam-
plaat-gegevens plaatsvinden.
LET HIERBIJ OP:
• Een reductie van de aansluitingen kan tot prestatie-
en functiestoornis leiden.
• Ter bescherming van de interne delen wordt een
fi lter in het leidingnet aanbevolen.
• Bij het gebruik van draadafdichtingspasta of tape
mogen er geen deeltjes in het leidingwerk geraken.
• Men dient uitsluitend geschikt gereedschap voor de
montage te gebruiken.
• Gebruik een zodanig koppel voor leidingverbindin-
gen dat het product NIET WORDT BESCHADIGD.
• Het product, de behuizing of de spoel mag niet als
hefboom worden gebruikt.
• De pijpaansluitingen mogen geen krachten of mo-
menten op het product overdragen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
In geval van elektrische aansluiting dient dit door
vakkundig personeel te worden uitgevoerd volgens
de door de plaatselijke overheid bepaalde richtlijnen.
LET HIERBIJ OP:
• Voordat men aan het werk begint moeten alle
spannings-voerende delen spanningsloos worden
gemaakt.
• Alle aansluitklemmen moeten na het beëindigen
van het werk volgens de juiste normen worden
IM543
Installatie en Onderhouds Instrukties
aangedraaid.
• Al naar gelang het spanningsbereik moet het pro-
duct volgens de geldende normen van een aarding
worden voorzien.
Het product kan de volgende aansluitingen hebben:
• Stekeraansluiting volgens ISO-4400 (bij juiste mon-
tage wordt de dichtheidsklasse IP-65 verkregen).
IN GEBRUIK STELLEN
Voordat de druk aangesloten wordt dient een elek-
trische test te worden uitgevoerd. lngeval van mag-
neetafsluiters legt men meerdere malen spanning op
de spoel aan waarbij een duidelijk "klikken" hoorbaar
moet zijn bij juist functioneren.
De meeste magneetafsluiters zijn uitgevoerd met
spoelen voor continu gebruik. Om persoonlijk letsel
en schade door aanraking van het spoelhuis te voor-
komen dient men het aanraken te vermijden, omdat
bij langdurige inschakeling de spoel of het spoelhuis
heet kan worden. In voorkomende gevallen dient men
de spoel af te schermen voor aanraking.
GELUIDSEMISSIE
Dit hangt sterk af van de toepassing en het gebruikte
medium. De bepaling van het geluidsniveau kan pas
uitgevoerd worden nadat de afsluiter is ingebouwd.
Het onderhoud aan de afsluiters is afhankelijk van
de bedrijfs-omstandigheden. We raden u aan om het
product regelmatig te reinigen, in intervallen die afhan-
kelijk zijn van het medium en de mate van onderhoud.
Controleer tijdens het onderhoud of onderdelen zijn ver-
sleten. In geval van slijtage zijn reserve-onderdelensets
beschikbaar om een inwendige revisie uit te voeren.
lngeval problemen of onduidelijkheden tijdens montage,
gebruik of onderhoud optreden dan dient men zich tot
ASCO of haar vertegenwoordiger te wenden.
Neem de afsluiter op een ordelijke wijze uit elkaar.
Raadpleeg daarbij de montagetekeningen die de
afzonderlijke onderdelen benoemen.
1. Verwijder de bevestigingsclip (1) en de spoel (2)
2. Schroef de plunjergang (4) los en verwijder deze uit
het afsluiterhuis (9)
3. Verwijder de plunjer, plunjergeleiding en de veer (5)
(6)(7) evenals de O-ring (8)
4. Versie met handbediening: Verwijder de clip (10)
om de handbediening (12) en haar O-ring (11) vrij
te maken.
5. Alle onderdelen zijn nu toegankelijk voor reiniging
of vervanging
Monteer alle onderdelen in omgekeerde volgorde
als aangegeven is bij demontage, let daarbij wel op
de montagetekening voor de juiste plaatsing van de
onderdelen.
Let erop dat de bevestigingsclip correct geplaatst is
op de JMX spoel (zie tekening).
N.B.:
1. Vet alle afdichtingen/O-ringen in met hoogwaardig
siliconenvet.
2. Na het onderhoud dient men de afsluiter een aantal
malente bedienen om de werking ervan te contro-
leren.
Aandraaimoment voor de 4 bevestigingsschroeven,
aangegeven met "A".
6
1
NL
3
2
GEBRUIK
ONDERHOUD
DEMONTAGE
MONTAGE

Publicidad

loading