2
FlexFilter EX en ATEX
2.1
Classificatie van gebieden
Alle FlexFilter EX zijn gemarkeerd met het
3D-apparatuur overeenkomstig richtlijn 2014/34/EU. Dit betekent dat
modellen met het EX-symbool geplaatst kunnen worden in gebieden die
geclassificeerd zijn als zone 22 overeenkomstig richtlijn 1999/92/EG.
2.2
Gebiedsuitbreiding
Als de FlexFilter EX gebruikt wordt om brandbaar stof op te vangen, moet het
gebied rondom de uitlaat van het opgevangen materiaal beschouwd worden
als een "EX-gebied" volgens de richtlijn 1999/92/EG.
Dit betekent dat het gebied rond de uitlaat moet worden geclassificeerd
als een EX-zone. De omvang en het type van de zone is afhankelijk van veel
verschillende factoren, zoals ventilatie, de outputfrequentie, het ontwerp van
de opvangbak, enz.
Het is aan de klant/eindgebruiker om geschikte documentatie te bepalen, te
ontwikkelen en dit gebied te markeren volgens de richtlijn 1999/92/EG.
De ventilatie verbeteren en regelmatige routines implementeren voor het
reinigen zal de omvang van het EX-gebied in het algemeen minimaliseren en
de classificatie van de zone reduceren.
Foto nr. 2 toont een algemeen voorbeeld van hoe het EX-gebied zich rond de
FlexFilter EX strekt.
2.3
Categoriebeperking
De functie van de FlexFilter EX is om een deel uit te maken van een
afzuigsysteem. Zelfs als de FlexFilter EX met
3D-apparatuur is voor gebruik in zone 22, kan het worden gebruikt met een
leidingsysteem dat intern geclassificeerd is als zone 20 of 21.
De binnenkant van de FlexFilter is in het algemeen geclassificeerd als zone 20
of 21.
Aangezien er geen interne ontstekingsbron is binnenin de FlexFilter EX, moet
de binnenkant worden beschouwd als eenvoudige filter/silo en valt niet onder
het toepassingsgebied van de richtlijn 2014/34/EU*
* Bron: ATEX 2014/34/EU Guidelines 2017 § 243 Filter units and vented silo
bins.
2.4
Toegestaan materiaal
Het is van het grootste belang de eigenschappen van het afgezogen materiaal
te kennen.
De FlexFilter EX is bedoeld als een deel van een afzuigsysteem dat materiaal
met de volgende eigenschappen opvangt:
MIE (Minimum Ignition Energy - minimale ontstekingsenergie) > 1 mJ
MIT (Minimum Ignition Temperature - minimale ontstekingstemperatuur) >
205 ºC.
Kst: Raadpleeg het productidentificatieplaatje.
-symbool en zijn categorie
-symbool categorie
FlexFilter EX
NL
267