Controlemeting Van Aarding - Nederman FlexFilter EX Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para FlexFilter EX:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 129
13.3
Installatie
Sluit een persluchtleiding aan op de inlaat van het T-stuk (zie foto nr. 18 / A).
14

Controlemeting van aarding

Een goede aarding moet worden gecontroleerd, zowel na de hoofdinstallatie
als na regelmatige onderhoudswerkzaamheden. Als een component, zoals
bijvoorbeeld de bovenste module, wordt verwijderd en hersteld, moet de
aardverbinding worden gecontroleerd.
14.1
Controlemeting
Een geschikt meetinstrument moet worden gebruikt.
De aardverbinding wordt gemeten tussen GND1 en de volgende onderdelen
op FlexFilter EX (zie foto nr. 23):
1.
Hoge bovenste ring
2.
Lage bovenste ring
3.
Drukontlastingspaneel
4.
Hoge inlaatring
5.
Lage inlaatring
6.
TVFD-uitlaat
7.
Op de filterzakken
8.
Controlefilter
1.
LET OP! De leidingsystemen (in- en uitlaten) mogen niet aangesloten zijn.
A) Koppel de netaarding los van GND 1.
B) Meet tussen alle onderdelen volgens de bovenstaande lijst (zie
afbeelding nr. 23) en GND 1 (≤ 100 Ω).
C) Meet en controleer in geval van contact tussen het binnenkomend
leidingsysteem en de vrije gekoppelde binnenkomende netaarding (≤ 10
^ 5 Ω).
2.
Sluit het binnenkomend leidingsysteem aan.
Zorg ervoor dat er een 2e aardverbinding is tussen het leidingsysteem en
de FlexFilter EX en dat deze correct geaard is met de FlexFilter EX.
A) Meet en controleer in geval van contact tussen GND1 en de externe
netaarding (≤ 10 ^ 5 Ω).
B) Sluit de netaarding opnieauw aan aan GND1.
3.
Sluit het buitengaand leidingsysteem aan (zorg ervoor dat er een
aardverbinding is tussen het leidingsysteem en de FlexFilter EX).
FlexFilter EX
NL
285

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido