HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD
de installatie de voor de ingangsstroom van het lasap-
paraat geschikte doorsnede hebben. Breid de controle
naar eventuele verlengkabels uit.
Het wordt aanbevolen dat de kabel van de verlengka-
bel helemaal uitgerold is: een opgerolde kabel kan
oververhit raken en gevaarlijk worden. Bovendien kan
een in een streng gewikkelde, of op de eigen haspel
opgerolde kabel grote storingen in het lasapparaat ve-
roorzaken.
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
Controleer of de installatie, die het
lasapparaat
van een geschikt scheidings- en veiligheidsmechani-
sme. De schakelaar moet alleen voedingskabels ope-
nen (Bij eenfasige lijn: fase en nulleider. Bij driefasen
lijn: alle drie de fasen. Bij een lijn met 4 kabels: alle
fasen en de nulleider). Aangeraden wordt vertraagde
zekeringen of contactverbrekers met curve K te gebru-
iken.
AARDVERBINDING
Als het lasapparaat een stekker heeft om hem
op het elektriciteitsnet aan Als het apparaat
moet worden losgekoppeld, koppelt u deaardkabel als
laatste los.
STEKKER EN STOPCONTACT
Als het lasapparaat een stekker heeft om
hem op het elektriciteitsnet aan te sluiten,
controleert u aandachtig dat hij compatibel is met het
type stopcontact aan de muur. Knoei nooit met de
aansluitkabel.
KLEUREN VAN DE KABELS
De geel-groene aansluitkabel is
nodig voor de aansluiting van de
aarding (niet voor andere doeleinden gebruiken!)
VERPLAATSEN 1
Sommige soorten lasapparaten zijn zware
apparaten. Verplaats ze dus voorzichtig.
Als het lasapparaat ook zelfs tijdelijk in civiele om-
geving wordt gebruikt, controleert u altijd eerst of de
verstevigde onderkanten en verhoogde vloeren stevig
genoeg zijn.
VERPLAATSEN 2
Bewaar en vervoer het lasapparaat niet hel-
lend of op een zijkant liggend.
INSTALLATIE- EN
GEBRUIKSOMGEVING 1
Niet voor badkamers, douches,
zwembaden e.d. geschikt apparaat. Indien in die ruimtes
moet worden gewerkt, controleert u eerst dat alle
hoofdkranen dicht zijn en controleert u dat niemand de
ruimte gebruikt voor de functie waarvoor hij is bestemd.
INSTALLATIE- EN GEBRUIKSOMGVING2
Het lasapparaat is niet geschikt om in de
regen of in de sneeuw te worden gebruikt of
opgeslagen.
All manuals and user guides at all-guides.com
DOORSNEDE VAN DE
KABELS
Controleer of de kabels van
voedt
voorzien
INSTALLATIE- EN GEBRUIKSOMGE-
VING3
Het lasapparaat is er niet voor gemaakt
om op plaatsen te worden geïnstalleerd of gebruikt,
waartegen wordt gestoten of die trillen: vervoersmid-
delen voor over de weg, over rails, kabels, schepen
en dergelijke (zoals hijskranen, loopkatten, delen van
werktuig die bewegen of trillen...)
ruimtes met explosiegevaar, in een bijtende-, schuren-
de- of zoute omgeving.
Plaats altijd een goedgekeurde brandblus-
is
ser in de onmiddellijke nabijheid van de
werkomgeving.
regelmatig nakijken.
atsen. In goed beschutte ruimtes plaatsen: het ap-
paraat mag niet buiten worden geïnstalleerd. Niet in
erg stoffi ge ruimtes plaatsen: de stof kan binnenin het
apparaat terechtkomen, waardoor het niet goed kan
koelen. Het lasapparaat moet op een vlak en stevig
oppervlak worden gezet, dat aan alle kanten groter is
dan de onderkant van het product.
lasapparaat wordt gebruikt, moet schoon en droog
worden gehouden om te voorkomen dat willekeurige
voorwerpen of vloeistoffen het apparaat ingezogen
kunnen worden. Dit kan een storing in het apparaat
veroorzaken, maar ook brandgevaar.
u altijd tot de fabrikant of een erkende servicedienst.
Behalve dat pogingen tot niet schriftelijk goedgekeu-
rde en niet direct door Beta Utensili S.p.A geleidde
reparaties gevaarlijk kunnen zijn, komt de garantie en
aansprakelijkheid voor eventuele storingen en de
consequenties die eruit voortvloeien, onmiddellijk te
vervallen.
ASSISTENTIE
Het lasapparaat moet naar een service-
dienst worden gebracht, als het apparaat
op de één of andere manier beschadigd is, zoals in de
gevallen waarin er vloeistoffen in terecht zijn gekomen,
als er voorwerpen op, of in zijn gevallen, als het aan
regen of vocht is blootgesteld (buiten de beschreven
waarden), als het het niet gewoon doet, als het ande-
re werkzaamheden moet gaan verrichten of als het is
gevallen.
NSTALLATIE- EN
GEBRUIKSOMGEVING4
Gebruik het lasapparaat niet in
Laat
de
brandblusser
PLAATSING
Ver van warmtebronnen plaatsen.
In goed geventileerde ruimtes pla-
DE GEBRUIKSPLAATS
REINIGEN
De
plaats
waar
REPARATIE
Probeer het apparaat nooit
zelf te repareren, maar wend
NL
het
33