Zekerheid is niet meer gegarandeerd als het
instrument:
•
met het oog waarneembare beschadigingen toont
•
de gewenste metingen niet meer uitvoert
•
te lang onder ongunstige omstandigheden opgeslagen
was
•
tijdens het transport aan mechanische belasting onderhe-
vig was
Het instrument mag alleen onder die voorwaarden en voor die
doeleinden gebruikt worden, waarvoor het geconstrueerd is.
Hiertoe dient u vooral de aanwijzingen met betrekking tot de
veiligheid, de technische gegevens met de omgevingsvoor-
waarden en het gebruik in een droge omgeving in acht te
nemen.
De bedrijfszekerheid is bij aanpassing of ombouw van het
meetinstrument niet meer gegarandeerd.
Het instrument mag alleen door geautoriseerde service-
technici geopend worden.
3.0 Bedieningselementen en aansluitingen
1
Meetpen - (L1)
2
Meetpen + (L2)
3
Meetpuntverlichting
4
LED's voor spanningsweergave
5
LED voor spanningen > 50V
6
LED voor draaiveld links/rechts
7
LED voor doorgang
8
Polariteitweergave
9
LCD (T120, T140)
10
Druktoets voor meetpuntverlichting - achterkant
11
Aanraakelektrode (metalen) voor de tweepolige bepa-
ling van de draaiveldrichting en 1-polige spanningstest
12
Batterijvak
13
Beschermkap meetpennen
1
66
13
2
3
4
12
5
6
7
8
9
10
11