Brandstof Bijvullen - Snapper SPX310 Manual De Usuario

Brandstof bijvullen

WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar
en explosief. Ga extra voorzichtig om met brandstof. Als
u zich niet aan deze veiligheidsinstructies houdt, kan dit
leiden tot een brand of explosie met als gevolg ernstige
verbrandingen of de dood.
Bij het toevoegen van brandstof
• Schakel de motor uit en laat de motor ten minste
gedurende 3 minuten afkoelen voordat u de benzinedop
verwijdert.
• Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere
ontstekingsbronnen.
• Vul de brandstoftank buiten of in een goed
geventileerde ruimte.
• Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank
niet voorbij de onderkant van de vulhals zodat de
brandstof nog kan uitzetten.
• Houd brandstof uit de buurt van vonken, open vuur,
waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen.
• Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en
koppelingen regelmatig op barsten of lekkages.
Vervang indien nodig.
• Als er brandstof lekt, wacht u tot het verdampt is met
het starten van de motor om het creëren van een
ontstekingsbron te voorkomen.
• Gebruik uitsluitend een goedgekeurde brandstoftank.
1. Verwijder ongewenst materiaal rondom de
brandstofvuldop.
2. Verwijder de brandstofdop (A, afbeelding 7).
3. Vul de brandstoftank (B) met brandstof. NIET boven de
bodem van de brandstoftankopening vullen (C).
4. Draai de tankdop vast.
De motor starten
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en
explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk
letsel veroorzaken.
Wanneer u de motor start:
• Zorg ervoor dat de bougie, de geluiddemper, de
benzinedop en het luchtfilter (indien hiermee uitgerust)
correct geïnstalleerd zijn.
• Probeer de motor niet te starten terwijl de bougie
verwijderd is.
• Als de motor verzuipt, zet u de choke (indien aanwezig)
in de stand OPEN/DRAAIEN, zet de gashendel (indien
aanwezig) in de stand SNEL en start de motor totdat
deze aanslaat.
150
WAARSCHUWING
Motoren stoten koolmonoxide uit: een geurloos, kleurloos,
giftig gas.
Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid,
flauwvallen of de dood veroorzaken.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk
letsel veroorzaken.
• Starten en bedienen van de motor doet u buiten.
• Start of bedien de motor niet in afgesloten ruimten, zelfs
indien de deuren of ramen open staan.
1. Controleer het oliepeil. Zie Motorolie controleren en
toevoegen.
2. Zorg dat de rijbediening van de zitmaaier uitgeschakeld
is.
3. Ga in de stoel zitten en til de stoelinstelhendel OMHOOG
om de stoel te vergrendelen.
4. Trek de handrem (I, afbeelding 8) aan. Druk het
rempedaal helemaal in, trek de parkeerremhendel UIT en
laat het rempedaal los.
5. Druk de PTO-schakelaar (E) in om deze te deactiveren.
6. Zet de gashendel/choke (J) in de stand CHOKE (indien
hiermee uitgerust).
7. Doe de sleutel in het contactslot (C) en draai deze in de
stand START. Bij modellen met een startknop drukt u de
knop twee maal in en houdt u deze vast totdat de motor
start.
8. Nadat de motor is gestart, zet u de gas-/chokehendel op
halve snelheid. Zorg ervoor dat de motor minimaal 30
seconden AAN staat. Op deze manier warmt de motor
op.
9. Zet de gas-/chokehendel in de stand SNEL.
Opmerking: Draai bij een noodgeval de contactsleutel naar
de stand UIT. Hierdoor STOPT de motor. Zie de rubriek De
motor stoppen.
Opmerking: Neem contact op met een erkende servicedealer
indien de motor na 2 of 3 pogingen niet aanslaat.
Stop de motor
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie kan ernstige brandwonden of
dodelijk letsel veroorzaken.
• Choke de carburateur niet om de motor te stoppen.
1. Laat de snelheidspedalen los (O, afbeelding 9).
2. Schakel de PTO-schakelaar (E) uit. Wacht tot alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
3. Zet de gasklephendel (J) in de stand TRAAG.
4. Draai de contactsleutel (C) in de UIT positie. Haal de
sleutel uit het contact.