Storingen In De Werking; Vorstbeveiliging - Sime 2R HE 6 ErP Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para 2R HE 6 ErP:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 13
3.3
SEIZOENREINIGING
Het onderhoud aan de generator moet
één keer per jaar uitgevoerd worden,
waarbij een beroep gedaan moet wor-
den op de erkende technische dienst.
Alvorens met de reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden te begin-
nen moet het apparaat eerst losgekop-
peld worden van het elektriciteitsnet.
3.3.1
Rookgaszijde van de ketel
(Abb. 11)
Om de rookgasdoorvoeren te reinigen
moeten de schroeven waarmee de deur
aan het ketellichaam bevestigd is ver-
wijderd worden en moeten de binnen-
oppervlakken en de rookgasafvoerpijp
met een speciale borstel goed gereinigd
worden en moeten alle resten verwijderd
worden.
Na het onderhoud moeten de turbu-
latoren die voorheen verwijderd zijn
weer op de oorspronkelijke plaats
aangebracht worden. Worden de
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
zonder de brander te verwijderen.
3.3.2
Storingen in de werking
Hieronder worden enkele oorzaken en
de mogelijke oplossingen opgesomd van
een aantal storingen die eventueel kun-
nen optreden en die aanleiding kunnen
geven tot het niet of niet goed functione-
ren van de ketel.
Een storing in de werking zorgt er in
de meeste gevallen voor dat het waar-
schuwingslampje van de besturings- en
controleautomaat dat op een blokkering
duidt, gaat branden.
Als dit waarschuwingslampje gaat bran-
den, kan de brander pas weer functio-
neren nadat de ontgrendelknop volledig
ingedrukt is; als u dit gedaan heeft en
de normale ontsteking weer plaatsvindt,
kan de blokkering van de brander aan
een onschuldige storing van voorbijgaan-
de aard worden toegeschreven.
Als de blokkering daarentegen voort-
duurt dan moet de oorzaak van de sto-
ring vastgesteld worden en de hieronder
vermelde oplossingen toegepast worden:
De brander gaat niet branden.
– Controleer de elektrische aansluitin-
gen.
– Controleer of de brandstof goed wordt
toegevoerd, of de filters en het inspuit-
stuk schoon zijn en of de leiding is
ontlucht.
– Controleer of de ontstekingsvonken
goed gevormd worden en of de bran-
derautomaat goed functioneert.
De brander gaat goed branden maar
gaat meteen daarna uit.
– Controleer de waarneming van de
vlam, de instelling van de lucht en de
werking van de branderautomaat.
De brander is moeilijk te regelen en/of
levert geen rendement.
– Controleer of de brandstof goed wordt
toegevoerd, of de ketel schoon is, of
de rookgasafvoerleiding niet verstopt
is, het werkelijke door de brander
geleverde vermogen en of de brander
schoon is (stof).
De ketel wordt gauw vuil.
– Controleer de afstelling van de bran-
der (analyse van de rookgassen), de
kwaliteit van de brandstof, de mate
van verstopping van de schoorsteen
en of de luchtdoorlaat van de brander
Abb. 11
59

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

2r he 7 erp2r he 8 erp2r he 9 erp2r he 10 erp2r he 11 erp2r he 12 erp ... Mostrar todo

Tabla de contenido