Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
GEBRUIKSINSTRUCTIES
1. Draai de hoofdschakelaar (1) op de ON stand.
Het apparaat begint de opstartfase (duur 2 seconden).
2. Druk op de knop «toestemming opwarmen» (2) beschreven op pagina 7. Het lampje op knop (2) en het LED lampje
op de lanshouder (12) gaan branden, en geven aan dat het apparaat klaar is om op te warmen.
3. Leg de inductor (13) plat op het op te warmen (deel van het) werkstuk (plaats het open deel van de ferriet tegen het
op te warmen werkstuk).
4. Druk op de knop (11) op de lans of op het pneumatische pedaal om de verwarming te starten; beweeg indien no-
dig de spoel om een groter oppervlak te verwarmen. Twee indicatoren geven aan dat de verwarming actief is:
- De helderheid van de LED die de spoel (12) verlicht, neemt af
- Het indicatorlampje voor het minimumvermogen op de indicator voor het verwarmingsvermogen (3) knippert snel
(in de HI-modus knipperen zowel de min- als max-lampjes).
Warm niet te lang dezelfde plek op (enkele seconden voldoen, afhankelijk van de dikte), het opper-
vlak kan anders gaan smelten.
- Het is mogelijk om de vermogensinstellingen te wijzigen tijdens het opwarmen.
De verwarmingssetwaarde kan op Hi worden ingesteld. Het vermogen is identiek aan de 100% mo-
dus maar de Powerduction gedraagt zich anders:
- Bij 100%: hij draagt het deel rood en behoudt het juiste vermogen voor een paar seconden voordat
hij langzaam zijn maximale vermogen bereikt.
- In de Hi-modus: het maximale vermogen wordt bereikt, ongeacht de toestand van de te verwarmen
ruimte. Blijf zeer waakzaam, de verwarming is sterk en snel en kan het onderdeel beschadigen zon-
der controle over deze modus.
- De display geeft voortdurend de temperatuur van de koelvloeistof aan (max 60°C/140°F).
- Tijdens de opstartfase functioneren de pomp en de ventilator van het koelcircuit enkele seconden, om de correcte
werking te testen.
- Laat na afloop van het opwarmen het koelcircuit de inductor afkoelen, alvorens het apparaat uit te schakelen.
- De eenheid voor temperatuur van de koelvloeistof kan gewijzigd worden door het ingedrukt houden van de twee
afstelknoppen (4), tot de gewenste eenheid verschijnt (" -F-" = Fahrenheit / " -C- " = Celsius). Bij het loslaten van
de knoppen is de wijziging direct van kracht en wordt deze opgeslagen.
Het apparaat is dusdanig ontworpen dat de risico's, veroorzaakt door elektromagnetische velden, tot
het minimum beperkt worden. Overige risico's blijven bestaan en het wordt aanbevolen om een mi-
nimale veiligheidsafstand van 30 cm te bewaren tussen de inductor en het hoofd en de romp van de
gebruiker.
Standby-stand
Vanwege veiligheidsredenen schakelt het apparaat zelf, na 5 minuten non-actief te zijn geweest, de functie «toestem-
ming opwarmen» uit. Het groene lampje «toestemming opwarmen» en het LED lampje van de lanshouder gaan uit.
Druk, om de generator weer op te starten, op de knop «toestemming opwarmen» (2), of houd de knop van de lans (11)
1 seconde lang ingedrukt.
Deze functie wordt gedeactiveerd nadat de generator 20 minuten non-actief is geweest.
Het is zo mogelijk in werkpositie te blijven, zonder dat men zich naar de generator hoeft te begeven.
CORRECT GEBRUIK VOOR EEN LANGERE LEVENSDUUR VAN DE INDUCTOR
Het verhitte metaal straalt een zeer intense warmte uit naar de inductor. De inductor wordt dus blootgesteld aan bij-
zonder hoge temperaturen. Wanneer het metaal donkerrood is, is de temperatuur lager dan 850°C. Wanneer het me-
taal helder rood / oranje wordt, is de temperatuur hoger dan 1000°C. Wanneer het metaal wit van kleur wordt, is de
temperatuur hoger dan 1200°C
600 °C
Om de levensduur van de inductor te verlengen is het belangrijk dat de temperatuur ervan rond de 850°C wordt ge-
houden. Tevens moet worden voorkomen dat de inductor langdurig opgewarmd wordt.
De ferrietkern in de inductor heeft een uitzettingscoëfficiënt die hoger is dan die van het mechanische omhulsel. Het
excessief opwarmen van de inductor zal een wijziging in de ferrietkern teweegbrengen. De gebruiker moet te allen
tijde voorkomen dat de temperatuur van de inductor te hoog oploopt.
Hieruit volgt dat de inductor, of alleen de ferrietkern wanneer deze gedemonteerd kan worden slijtonder-
delen zijn, waarop geen garantie van toepassing is.
* Alleen geldig voor Powerduction versies van V4 programmaversies. Eerdere versies zijn niet uitgerust met deze functie.
POWERDUCTION 110LG / 160LG / 220LG
(het kleurenbalkje hieronder is terug te vinden in kleur in de handleiding op onze internet site).
.
*
900 °C
NL
1300 °C
75