B
Gebruik van het toestel
Werkblad
Achterkant van de vaatwasser
A
Afvoerslang
B
φ 40 mm
Watertoevoer
Afvoerslang
Voedingssnoer
Afvoeren van het overtollige water van de slangen
• Wanneer de gootsteen zich op een hoogte van meer dan 1.000 mm boven de vloer bevindt,
kan het overtollige water niet rechtstreeks in de gootsteen afgevoerd worden.
• Het is noodzakelijk het water af te voeren in een geschikte bak of geschikt recipiënt, dat
aan de buitenkant van het toestel en lager dan de gootsteen is geplaatst.
Waterafvoer
• Sluit de afvoerslang aan. Let erop deze goed vast te zetten om waterlekken te voorkomen.
• Controleer of de afvoerslang niet geklemd of gedraaid is.
Slangverlenging
• Wanneer u een slangverlenging nodig heeft, vergewist u zich ervan een vergelijkbare
afvoerslang te voorzien.
• Deze mag niet langer zijn dan 4 meter, zo niet zal uw vaatwasser minder goed afwassen.
Aansluiting van de sifon
• De aansluiting van het afvalwater dient zich op een hoogte lager dan 100 cm (maximum)
van de onderkant van de kuip te bevinden.
• De waterafvoerslang dient vastgezet te worden.
Plaatsing van het toestel
• Plaats de vaatwasser op de gewenste plaats. De achterkant van het toestel dient tegen de
55
NL