altijd in het te snijden werkstuk doordringt en in de bewe-
gingsrichting hooguit een schuine stand van 10 -15 aan-
neemt. Zo wordt voorkomen dat het snijmondstuk
verkeerd wordt gebruikt en dat er brandplekken op de
snijhulshouder ontstaan.
• het werkstuk is te dik (zie de schema's voorsnijsnelheden,
fig. 4)
• de massaklem maakt geen goed elektrisch contact met
het werkstuk.
• het snijmondstuk en de elektrode zijn versleten.
• de snijstroomsterkte is te laag.
N.B. : Als de boog niet goed doordringt, kan metaalslak de
opening van het mondstuk verstoppen.
4.2 DE BOOG GAAT UIT
Dit kan worden veroorzaakt door de volgende factoren:
• het mondstuk, de elektrode of de luchtverdeler is versleten
• de luchtdruk is te hoog
• de voortloopsnelheid is te laag
4.3 SCHUINE INSNIJDING
Mocht er sprake zijn van een schuine insnijding, schakel het
apparaat dan uit en vervang het snijmondstuk.
Voorkom dat het mondstuk elektrisch in aanraking komt met
het te snijden werkstuk (ook via metaalslak) als de snij-
stroomsterkte hoger is dan 45 A, want in dat geval wordt de
mondstukopening snel of onmiddellijk vernield, met een sle-
cht snijresultaat als gevolg.
4.4
OVERMATIGE SLIJTAGE VAN VERBRUIKSON-
DERDELEN
Dit kan worden veroorzaakt door de volgende factoren:
a) de luchtdruk ligt lager dan de geadviseerde waarde.
b) te veel brandplekken op het uiteinde van de snijhul-
shouder
5 PRAKTISCHE WENKEN
• Als de lucht in de installatie vocht en olie bevat in aan-
zienlijke hoeveelheden, is het beter een scheidingsfilter te
gebruiken teneinde te voorkomen dat er een overmatige oxi-
datie en slijtage van de verbruiksonderdelen plaatsvindt, dat
de snijtoorts wordt beschadigd, en dat de snijsnelheid en de
snijkwaliteit minder worden.
• Verontreinigingen in de lucht bevorderen oxidatie van de
elektrode en het mondstuk, en kunnen bovendien de boo-
gontsteking bemoeilijken.
uiteindevan de elektrode en het binnengedeelte van het
mondstuk met zeer fijn schuurpapier.
• Verzeker u ervan dat de nieuwe elektrode en het nieuwe
mondstuk goed schoon en ontvet zijn, alvorens hen te mon-
teren.
• Gebruik altijd originele vervangingsonderdelen, om
beschadiging van de snijtoorts te vermijden.
6 ONDERHOUD
Schakel voor alle ingrepen, die moeten worden verricht
door gekwalificeerd personeel, altijd de voeding naar
het apparaat af.
Reinig bij controle hierop het
6.1 ONDERHOUD STROOMBRON
Bij onderhoud aan de binnenzijde van het apparaat dient u
na te gaan of de schakelaar C in de stand "O" staat en of
de voedingskabel is afgekoppeld van het elektriciteit-
snet.
Controleer eveneens of de uiteinden van de condensators
van de IGBT-groep niet onder spanning staan.
Ook als het apparaat is voorzien van een vochtafscheider
met automatische afvoer van de condens, die telkens in
werking treedt als de luchttoevoer wordt afgesloten, is het
een goed gebruik om geregeld te controleren of er geen
condenssporen aanwezig zijn in het reservoirI (fig.1).
Bovendien moet metaalstof dat zich in het apparaat heeft
opgehoopt regelmatig worden verwijderd met behulp van
perslucht.
6.1.1 Diagnose
De LED S licht op wanneer de volgende toestanden zich
voordoen:
LED S
TOESTAND
Brandt
Bij het opstarten van het
constant
apparaat
Brandt
Knop ingedrukt tijdens het
constant
opstarten van het apparaat
Brandt
Ontbrekende beveiliging R
constant
Brandt
Verkeerde spanning van
constant
IGBT-aandrijving
Brandt
Reed-contact gesloten tij-
constant
dens het opstarten van het
apparaat
Brandt
Voedingsspanning te laag
constant
Brandt
Ontbrekende fase in de toe-
constant
voerleiding
Knippert
Kortsluiting tussen de
elektrode en het mond-
stuk tijdens het opstarten
van het apparaat of tij-
dens het snijden
6.2 ONDERHOUD VAN DE TOORTS
Zoals fig. 7-8 laat zien, zijn de volgende onderdelen aan
slijtage onderhevig: de elektrode A, de luchtverdeler B en
de snijhuls C; Om deze te vervangen, moet eerst de snij-
hulshouder D worden losgeschroefd.
De elektrode A moet worden vervangen wanneer een kra-
ter van ongeveer 1,5 mm diep zichtbaar is in het midden.
OPGELET: Schroef de elektrode niet met geweld los;
oefen een geleidelijke kracht uit tot de draad loskomt. De
nieuwe elektrode moet in de zitting worden geschroefd
en worden vastgezet, maar niet helemaal aangedraaid.
De snijhuls C moeten worden vervangen wanneer de
opening beschadigd is of breder is geworden in vergelij-
OPLOSSING
Wacht 5 sec.
Laat de knop los
Monteer de beveiliging
Neem contact op met de
technische dienst
Neem contact op met de
technische dienst
Controleer de voedings-
spanning
Controleer de toevoerleiding.
Opmerking: in sommige
situaties doet een ont-
brekende fase de LED S niet
oplichten. Controleer daa-
rom altijd de toevoerleiding
in geval van een defect
Vervang de elektrode en het
gasmondstuk, en de verde-
ler indien nodig
53