elke onderhoudsinspectie de concentratie
van de inhibitor volgens de voorschriften
van de fabrikanten te controleren (bij de
verkopers zijn speciale tests verkrijgbaar).
De afvoer van de veilig-heidsklep moet op
een verzameltrechter aangesloten worden
om de eventuele afvoerstroom te geleiden
indien de klep inschakelt.
LET OP: Als de verwarmingsinstallatie niet
schoongespoeld wordt en er geen geschikte
inhibitor aan toegevoegd wordt dan wordt
de garantie van het apparaat ongeldig.
De gasaansluiting moet tot stand gebracht
worden in overeenstemming met de nor-
men en de r eglement en die op dit
moment van kracht zijn in acht genomen
worden.
Bij het bepalen van de afmetingen van de
gasleidingen, van de meter naar de module,
moet er zowel rekening gehouden worden
met het debiet in volume (verbruik) in m
als met de dichtheid van het in aanmerking
genomen gas.
De doorsneden van de leidingen waar de
installatie uit bestaat moeten zodanig zijn
dat er voldoende gas toegevoerd wordt om
aan de maximale vraag te voldoen en om
het drukverlies tussen de meter en ongea-
cht welk gebruikstoestel te beperken tot
max. 1,0 mbar voor gassen van de tweede
familie (aardgas).
In de module is een zelfklevend plaatje aan-
gebracht waar de technische gegevens van
de module op vermeld staan en de gas-
soort waar de module op ingesteld is.
Type B
2.3. 1
Aansluiting van de
condensaatafvoer
Om het condensaat op te vangen moet de
druppelafvoer met hevel op de afvoer in
de woning aangesloten worden waarbij
een pijp gebruikt moet worden met een
minimum afschot van 5 mm per meter.
Alleen plastic pijpen voor normale
woningafvoeren zijn geschikt om het
condensaat naar de afvoer in de woning
te leiden.
2.3.2
Filter op de gasleiding
De gasklep die toegepast wordt is stan-
daard voorzien van een inlaatfilter dat ech-
ter niet in staat is om al het vuil dat het gas
bevat en dat in de leidingen van het net zit
tegen te houden.
3
/h
Om te voorkomen dat de klep niet goed func-
tioneert of in sommige gevallen zelfs de
beveiligingen waar de klep mee uitgerust is
uitgeschakeld worden, wordt geadviseerd
om een geschikt filter op de gasleiding van
de ketel te monteren.
2.5
DE INSTALLATIE VULLEN
Als de installatie koud is moet de vuldruk 1
bar bedragen. Het vullen van de installatie
moet langzaam gebeuren, zodat luchtbellen
de gelegenheid hebben om via de speciale
ontluchters te ontsnappen.
LET OP: Bij het aanbrengen van de accessoires wordt geadvi-
seerd om de binnenzijde van de afdichtingen met producten met
bestanddelen op siliconenbasis te smeren en geen olie en vet in
het algemeen te gebruiken.
2.6
ROOKGASAFVOER
Bij de ketel wordt een afdichting van rubber
ø 80 meegeleverd die in de afvoerleiding
geïnstalleerd moet worden (11 fig. 4-4/a-
4/b).
2.6. 1
Type B (fig. 4)
Als de aanzuiging niet aangesloten is dan
blijft de ketel een toestel type B. Op plaat-
sen waar de ketel voor water beschermd
moet worden moet het aanzuigeindstuk dat
in de flens aangebracht is vervangen wor-
den door het eindstuk code 8089510.
Om deze afvoerconfiguratie tot stand te
brengen wordt verwezen naar afb 4. De
afvoerleiding kan op bestaande rookkana-
len aangesloten worden. Als de ketel op
lage temperatuur werkt is het onder de vol-
gende voorwaarden mogelijk om gebruik te
maken van normale rookkanalen:
– Het rookkanaal mag niet gebruikt wor-
den voor andere ketels
– De binnenzijde van het rookkanaal moet
beschermd worden voor rechtstreeks
contact met het condensaat van de
ketel. De verbrandingsproducten moe-
ten door middel van een buigzame leiding
of onbuigzame kunststofpijpen met een
diameter van 100-150 mm geleid wor-
den waarbij er onderaan de leiding
gezorgd moet worden voor een hevelaf-
voer van het condensaat.
De nuttige hoogte van de hevel moet
minimaal 150 mm bedragen.
LEGENDE
1 Bocht van polypr. 90° MF (6 st.) code 8077450
2a Verlengstuk van polyprop. L. 1000 (6 st.) code 8077351
2b Verlengstuk van polyprop. L. 500 (6 st.) code 8077350
3 Dakpan met scharnierverbinding code 8091300
4 Dakuitlaateindstuk L. 1381 code 8091204
5 Verlengstuk van polypropyleen L. 250
met drukmeetaansluiting code 6296513
6 Bocht van polypr. 45° MF (6 st.) code 8077451
7 Afvoereindstuk code 8089501
8 Set inwendige-uitwendige klemwartels code 8091500
11 Afdichting van rubber ø 80 (meegeleverd)
TABEL DRUKVERLIEZEN ACCESSOIRES ø 80
Bocht van polypropyleen 90° MF
Bocht van polypropyleen 45° MF
Verlengstuk van polyp. L. 1000
Verlengstuk van polyp. L. 500
Dakuitlaateindstuk L. 1381
Afvoereindstuk
Verlengstuk van polypropyleen L. 250
IT
ES
FR
BE
GB
RO
RUS
Drukverlies
(mm H
O)
2
1,30
0,70
0,60
0,30
1,20
1,30
0, 1 5
Afb. 4
81