Na aansluiting van de oplader op het netwerk (230 V AC) gaat de
groene diode (9) op de oplader branden, wat het aansluiten van
de spanning weergeeft.
Na het plaatsen van de accu (7) in de oplader (8) gaat de rode
diode (9) op de oplader branden, wat het opladen van de accu
weergeeft.
Tegelijkertijd gaan de groene diodes (11) van de indicatie van
de oplaadstatus met een pulslicht in verschillende combnaties
branden (zie eronder).
• Pulslicht van alle diodes - de accu is leeg en moet worden
opgeladen.
• Pulslicht van 2 diode's - accu is gedeeltelijk leeg.
• Pulslicht van 1 diode - accu is bijn volgeladen.
Als de accu vol is, gaat de diode (9) op de oplader met een groen
licht branden en alle diodes van de indicatie van de oplaadstatus
van de accu (11) gaan met een constant licht branden. Na een
bepaalde tijd (ong. 15 sec.) gaan de diodes van de oplaadstatus
van de accu (11) dimmen.
De accu mag niet langer dan 8 uur worden opgeladen. De
overschrijding van deze tijd kan een beschadiging van de
cellen van de accu als gevolg hebben. Na het volladen van de
accu gaat de oplader niet automatisch uit. De groene diode op
de oplader gaat steeds branden. De diodes van de indicatie
van de oplaadstatus van de accu gaan na een bepaalde tijd
dimmen. Voordat de accu uit de oplader weg te nemen,
onderbreek de verbinding met de spanning. Vermijd korte,
opeenvolgende oplaadbeurten. Laad de accu's niet bij na een
kort gebruik van het toestel. Een aanzienlijke verkorting van
de tijd tussen de nodige oplaadbeurten houdt in dat de accu
verbruikt en uitgewisseld dient te worden.
Tijdens het oplaadproces raken de accu's zeer heet. Begin nooit
met het werk als de accu pas opgeladen werd – wacht totdat
de accu tot de kamertemperatuur afkoelt. Op die manier
kunnen de beschadigingen van de accu worden voorkomen.
INDICATIE VAN DE OPLAADSTATUS VAN DE ACCU
De accu is voorzien van een indicatie van de oplaadstatus van
de accu (3 LED diode's) (11). Om de oplaadstatus van de accu te
checken, druk op de knop van de indicatie van de oplaadstatus
(10) (afb. C). Het branden van alle 3 diodes geeft een hoog
oplaadniveau van de accu weer. Het branden van 2 diodes geeft
een gedeeltelijk lege accu weer. Het branden van alleen maar 1
diode geeft een lege accu en de noodzaak van het opladen weer.
KEUZE VAN SCHUURPAPIER
Schuurpapier met grove korrels is in het algemeen geschikt voor
bewerking van de meeste materialen en papier met fijne korrels
wordt gebruikt voor afwerkwerkzaamheden.
• Als de oppervlakte niet even is, begin het werk met papier met
grove korrels en ga door totdat de oppervlakte even is.
• Vervolgens gebruik het papier met middelgrote korrels om
de sporen die na de bewerking met grove korrels papier
overgebleven zijn te verwijderen.
• Aan het einde gebruik papier met fijne korrels om af te werken.
BEVESTIGEN VAN SCHUURPAPIER
De excenterschuurmachine is voorzien van een schuurvoet met
klittenband daarom mag er alleen het juiste schuurpapier gebruikt
worden (geperforeerd).
• Leg het schuurpapier op de schuurvoet (5) van de schuurmachine.
• Plaats het schuurpapier op zulke manier zodat zijn openingen (a)
en de openingen in de schuurvoet op elkaar liggen.
• Druk het papier aan de schuurvoet (5) (afb. D).
• Verzeker u zich dat de openingen in het schuurpapier en de
schuurvoet op elkaar zijn waardoor het stof juist afgevoerd kan
zijn.
AFVOEREN VAN HET STOF
Om de bewerkte oppervlakte in schoonheid te houden, is de
excenterschuurmachine van een stofzak (3) voorzien.
• Plaats de bevestinging van de stofzak (3) op de stofuitlaat (4)
(afb. E).
• Als de stofzak vol is, verwijder de stof in de speciale bak.
• Monteer de stofzak opnieuw op de stofuitlaat.
• Controleer de bevestiging van de stofzak op de stofuitlaat.
Het is aangeraden om de stofzak al als het halfvol is, leeg te maken.
LEEGMAKEN VAN DE STOFZAK
De stofzak bevindt zich in een kunststof behuizing. Om de zak leeg
te maken, verschuif het achterste deel van de kunststof behuizing
en neem de stofzak weg (afb. F). Verwijder het stof uit de stofzak. De
montage van de stofzak gebeurt in de omgekeerde volgorde.
WERK / INSTELLINGEN
AAN-/UITZETTEN
De excenterschuurmachine heeft 3 versnellingen (bereiken
van toerental). Het volgende indrukken op de hoofdschakelaar
toelaat om de cyclische wijziging van het toerental te verkrijgen.
Aanzetten:
Druk op de hoofdschakelaar (2) - de schuurmachine begint het
werk met het hoogste toerental.
Opnieuw indrukken op de hoofdschakelaar – de schuurmachine
werkt met het middelbare toerental.
Volgend indrukken op de hoofdschakelaar – de schuurmachine
werkt met het laagste toerental.
Uitzetten:
Druk op de hoofdschakelaar (1) (afb. G).
Na elk uitzetten ongeacht op welke versnelling de schuurmachine
uitgezet werd, begint het werk na het opnieuw aanzetten in het
cyclus van 3-2-1 (vanaf het hoogste tot het laagste toerental zoals
boven beschreven).
WERK MET DE EXCENTERSCHUURMACHINE
• Het gehele schuuroppervlakte van de schuurvoet moet op de
bewerkte oppervlakte rusten.
• Zet de schuurmachine aan en verschuif met een geringe druk
door ronde bewegingen uit te voeren op het bewerkte materiaal,
in de dwars- of lengterichting.
• Gebruik
schuurpapier
hoofdwerkzaamheden en schuurpapier met fijne korrels voor
afwerking. Kies soort schuurpapier door middel van proeven.
• Bij het einde van het polijsten verminder de druk door de
schuurmachine over de bewerkte oppervlakte op te tillen en pas
daarna zet de motor van de schuurmachine uit.
BEDIENING EN ONDERHOUD
Voordat
met
enige
bedieningswerkzaamheden te beginnen, verwijder de accu uit
het gereedschap.
ONDERHOUD EN OPSLAG
• Het is aangeraden om het toestel direct na elk gebruik te reinigen.
• Gebruik geen water of andere vloeistoffen voor reiniging.
• Het toestel dient met gebruik van een droog doekje of zacht
perslucht gereinigd te worden.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen noch oplosmiddelen zodat de
kunststof onderdelen niet beschadigd raken.
• Reinig regelmatig de ventilatieopeningen in de behuizing van de
motor, zodat het toestel niet oververhit raakt.
• Bij te grote vonkproductie op de commutator dient de controle
90
met
grove
korrels
installatie-,
regel-,
reparatie-
voor
of