Stap 5: De afvoerleiding aansluiten
Standaard is de afvoerleiding bevestigd
aan de linkerkant van de unit (wanneer u
achter de unit staat). Deze kan echter ook
aan de rechterkant bevestigd worden.
1. Voor een goede afvoer moet de
afvoerleiding aan dezelfde kant als de
koudemiddelleiding bevestigd worden.
2. Het verlengstuk van de afvoerleiding
(apart verkocht) wordt aan het uiteinde
hiervan bevestigd.
3. De aansluiting stevig met isolatieband
omwikkelen voor een goede afdichting
en om lekkage te vermijden.
4. Om condens te vermijden, het
gedeelte van de afvoerleiding dat
binnen blijft, omwikkelen met
isolatieschuim.
Het luchtfilter verwijderen en een
kleine
hoeveelheid
afvoerbak schenken en controleren of
het water langzaam vanuit de unit
wegloopt.
OPMERKING OVER DE POSITIE
VAN DE AFVOERLEIDING
Controleren of de afvoerleiding geplaatst is
zoals aangegeven in Fig. 3.5.
NIET de afvoerleiding knikken.
GEEN punten creëren waar het
water wordt vastgehouden.
Het uiteinde van de afvoerleiding
NIET in water plaatsen of in een
bak waar dit zou kunnen
water
in
de
ophopen.
HET ONGEBRUIKTE AFVOERGAT AFSLUITEN
Om ongewenste lekkage te voorkomen, moet
u het ongebruikte afvoergat afsluiten met de
meegeleverde rubber dop
GOED
knikken of verdikkingen
Fig. 3.5
NIET GOED
In geval van knikken in de afvoerleiding
zal het water slecht weglopen
Fig. 3.7
NIET GOED
Het uiteinde van de
afvoerleiding niet in water
plaatsen of in bakken
waarin water opgevangen
wordt. Dit zou een goede
afvoer verhinderen.
.
Controleren of er geen
zijn in de afvoerleiding
om een goede afvoer
te garanderen
.
NIET GOED
Een verdraaide
afvoerleiding zal
problemen met het
wegstromen geven
Pagina
Fig. 3.8
15