3.
De lagedrukmeter openen. De hogedrukzijde
gesloten houden.
4.
De vacuümpomp openen om het systeem af te
tappen.
5.
De vacuümpomp minstens 15 minuten laten
werken of totdat de teller -76cmHg
(-10 5 Pa) aangeeft.
6.
De meter van de lagedrukzijde sluiten en
de vacuüm uitschakelen.
7.
5 minuten wachten en daarna verifiëren of de
druk in het systeem niet veranderd is.
8.
Als de druk in het systeem veranderd is, de
paragraaf Controle op lekken van stroom en
gas raadplegen voor meer informatie. Als de
druk in het systeem niet veranderd is, de dop
van de afsluiter (hogedrukklep) losdraaien.
9.
De inbussleutel in de afsluiter (hogedrukklep)
steken en de klep openen door de sleutel een
kwartslag naar links te draaien, tegen de klok in.
Luisteren of er gas uit het systeem ontsnapt en
de afsluiter na 5 seconden sluiten.
10.
De manometer gedurende een minuut in de
gaten houden om zeker te zijn dat de druk niet
verandert. De drukwaarde op de manometer
moet iets hoger zijn dan de luchtdruk.
OPMERKING OVER HET TOEVOEGEN VAN KOUDEMIDDEL
Sommige systemen hebben extra druk nodig, afhankelijk van de lengte van de leidingen. De norm voor
de lengte van de leiding varieert aan de hand van de plaatselijke regelgeving. Zo is in Noord-Amerika de
standaard leidinglengte 7,5 m.
koudemiddel kan berekend worden met de volgende formule
EXTRA KOUDEMIDDEL AAN DE HAND VAN DE LEIDINGLENGTE
Lengte van de
verbindingsleiding
<Standaard lengte
van de leiding
>Standaard
lengte van de
leiding
VOORZICHTIG
Verschillende koudemiddelen NIET met elkaar mengen.
In andere zones is de standaard leidinglengte
Ontluchtingsmethode
Vacuümpomp
Vacuümpomp
Klephuis
11.
De drukslang van de uitlaatpoort verwijderen.
12.
De hoge- en lagedrukkleppen volledig openen
met behulp van de inbussleutel.
13.
De deksels van de drie kleppen (uitlaatpoort,
hoge druk, lage druk) met de hand vastdraaien. U
kunt, indien nodig, een momentsleutel gebruiken.
DE KLEPSTANGEN VOORZICHTIG OPENEN
Tijdens het openen van de klepstangen de
inbussleutel draaien tot aan de dop. De klep niet
forceren door te proberen deze verder te openen.
:
Vloeistofzijde: Ø 6.35 (ø 0.25")
R32:
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 12g/m
(Lengte Lieding – Standaard lengte) x 0.13oZ/ft
Inverter R410A:
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 15g/m
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 0.16oZ/ft
R410A:
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 20g/m
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 0.21oZ/ft
Moer
Klepstang
Fig. 6.2
5 m. Het extra benodigde
Extra koudemiddel
N/A
(Lengte Leiding – Standaard lengte)) x 24g/m
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 0.26oZ/ft
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 30g/m
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 0.32oZ/ft
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 40g/m
(Lengte Leiding – Standaard lengte) x 0.32oZ/ft
Dop
Vloeistofzijde: Ø 9.52 (ø 0.375")
R32
Inverter R410A:
R410A:
Pagina
29