DE LEIDING NIET
VERVORMEN TIJDENS HET
DOORSNIJDEN
Zeer voorzichtig zijn om de leiding tijdens
het doorsnijden niet te beschadigen, in te
deuken of te vervormen. Hierdoor zou de
unit aanzienlijk minder efficiënt kunnen
functioneren.
Stap 2: Afbramen
Bramen kunnen van invloed zijn op de
afdichting van de verbinding van de
koudemiddelleidingen. Alle bramen moeten
volledig verwijderd worden.
1. De leiding naar beneden houden om te
voorkomen dat hier bramen in terecht
komen.
2. Een boor of afbramer gebruiken, alle
bramen uit de doorsnede van de leiding
verwijderen.
Naar beneden
houden
Stap 3: De uiteinden van de leidingen
verwijden
Een goede verwijding is van essentieel
belang voor een goede afdichting.
1. Na de leiding afgebraamd te hebben,
moeten de uiteinden afgeplakt worden
met PVC tape om te voorkomen dat er
vreemde deeltjes in de leiding komen.
2. De leiding bekleden met isolatiemateriaal.
3. De flensmoeren plaatsen op de twee
uiteinden van de leiding. Controleren of
deze in de goede richting geplaatst zijn,
want na het verwijden kunnen zij niet
meer verplaatst worden. Zie Fig. 5.3.
Leiding
Boor
Fig. 5.2
Flensmoer
Koperen leiding
4. De PVC tape van de uiteinden verwijderen
alvorens te verwijden.
5. De matrix van het flare-apparaat op het
uiteinde van de leiding bevestigen.
Het uiteinde van de leiding moet buiten de rand van
de matrix steken, volgens de afmetingen in
onderstaande tabel.
VERLENGING VAN DE LEIDING
BUITEN DE MATRIX
Buitendiameter van
de leiding (mm)
Ø 6,35
Ø 9,52
Ø 12,7
Ø 16
Matrix van het flare-apparaat
Fig. 5.5
Fig. 5.3
Flare-apparaat
Handgreep
Drevel
Conus
Matrix (pijpklem)
Fig. 5.4
A (mm)
Min.
0,7
1,0
1,0
2,0
Leiding
Pagina
Max.
1,3
1,6
1,8
2,2
A
25