De juiste karakteristieke curveparameters worden
automatisch geladen met de selectie.
3.8.3.2 De laadparameters aanpassen
Het volgende menu verschijnt nadat u op het bedie-
ningsoppervlak "tandwiel" hebt gedrukt. U kunt in dit
menu navigeren met de actieve gebieden (zie 3.7
Bediening). Met de "pijl omhoog/omlaag" toetsen
kunt u de accuspanning en het batterijtype selecte-
ren. In de basisinstelling "Uni" kan de batterijspan-
ning niet worden gewijzigd.
Mode
Charge
Bat.-Voltage
12V / 24V
Bat.-Type
Uni
Service
Als het veld Batterijtype is geselecteerd (donkere
achtergrond), verschijnen er "rechts/links" pijlen
waarmee u het batterijtype kunt wijzigen (hier bij-
voorbeeld AGM).
Mode
Charge
Bat.-Voltage
24V
Bat.-Type
AGM
Service
De respectievelijke batterijspanning kan nu worden
geselecteerd met de "pijl omhoog/omlaag"-knop-
pen en omgeschakeld worden met de "rechts/links"
pijlen.
96
Mode
Charge
Bat.-Voltage
12V
Bat.-Type
AGM
Service
Als u geen verdere instellingen wilt maken, kunt u
het dialoogvenster verlaten met de buitenste toets
"pijl naar rechts". Voordat u terugkeert, wordt u
gevraagd of u de geselecteerde instelling wilt ops-
laan, die wordt geselecteerd door de "Ja/Nee"
-knoppen aan te raken.
Mode
Charge
Bat.-Voltage
12V
Bat.-Type
AGM
Service
Als er geen wijzigingen zijn aangebracht, wordt het
dialoogvenster onmiddellijk verlaten. Als er lange
tijd niets is ingevoerd, wordt het dialoogvenster ook
verlaten.
3.8.4 Support Mode (externe voedings-
spanning FSV)
Deze bedrijfsmodus is bedoeld voor voertuigen zon-
der batterij of bij het vervangen van de batterij. De
oplader levert een vaste uitgangsspanning tot de
max. prestaties van het apparaat.
Save?
Yes
No