Nederlands
Productbeschrijving/beoogd gebruik
Resectoscopische elektroden van Stryker zijn monopolaire
elektroden voor het toedienen van hoogfrequente energie voor
het snijden en coaguleren van weke delen. Ze zijn bestemd voor
gebruik bij gynaecologische en urologische chirurgie.
De gebruiker beschikt over acht verschillende elektrodetipstijlen
voor ablatie, vaporisatie en snijden van weefsel.
Waarschuwingen
Vóór gebruik
1. Krachtens de federale wetgeving (VS) mogen deze instrumenten
alleen door of op voorschrift van een arts gebruikt worden.
2. Voorafgaand aan het gebruik van dit product, dient het voltallige
medische personeel de productetiketten en deze handleiding
zorgvuldig te lezen. Onjuist gebruik van de elektrode kan de
ingreep nadelig beïnvloeden of letsel veroorzaken bij de patiënt
en/of de chirurg.
3. Gebruik de elektrode niet als het isolatiemateriaal breuken,
krassen of scheuren bevat. Scheuren in het isolatiemateriaal
kunnen leiden tot lekken van de elektrische stroom en kunnen
onbedoelde elektrochirurgische brandwonden veroorzaken.
4. Om onbedoelde schokken te voorkomen, plaatst u de chirur-
gische elektrodekabels zo dat er geen contact gemaakt wordt
met de patiënt of een andere kabel. Als actieve elektroden
niet worden gebruikt, bewaart u deze op een plaats die van
de patiënt geïsoleerd is.
5. Controleer de lus vóór het gebruik door deze te vergelijken met
een nieuwe lus. Een lus waarvan de draad te dun is geworden,
kan breken en letsel veroorzaken bij de patiënt of gebruiker.
6. Laat de lus niet in aanraking komen met een hard object,
aangezien dit de lus kan beschadigen.
7. Bij gebruik van elektroden met de resectoscoop van 22/24
Fr. dient u uitsluitend een endoscoop van 2,9 mm en 12°
te gebruiken. Het gebruik van andere scopen kan de
zichtbaarheid van de elektrodetip beperken.
8. Het distale uiteinde van de elektrode mag niet worden gebogen
en de hoek en vorm mogen niet worden gewijzigd. Hierdoor
kan de tip breken, hetgeen leidt tot letsel bij de patiënt
of chirurg of tot een defect of falen van het instrument.
Tijdens gebruik
1. Staak het gebruik onmiddellijk en werp de elektrode weg als
er breuken of fracturen zichtbaar zijn in de elektrode. Deze
omstandigheden kunnen leiden tot niet-gerichte uitstraling
van elektrische energie, waardoor het instrument onbruikbaar
wordt gemaakt en het omliggende weefsel kan worden beschadigd.
2. Om schokken en/of brandwonden bij de gebruiker te vermijden,
schakelt u de stroom naar de generator uit voordat u de
elektrode aanraakt.
3. Controleer alle onderdelen op beschadigingen voordat u het
vermogen hoger opvoert dan de standaardinstelling. De patiënt
kan letsel oplopen.
4. Zorg dat de elektrode correct is geplaatst, aangezien vonkont-
ladingen kunnen optreden in het werkelement.
5. Activeer de hoogfrequente stroom niet als de elektrode zich
in een lucht- of gasbel bevindt. Dit kan ernstig letsel veroorza-
ken bij de patiënt en de gebruiker of mogelijk een explosie
veroorzaken.
6. Zorg dat de hoogfrequente stroom uitsluitend onder visuele
controle wordt geactiveerd om onbedoelde brandwonden
tijdens een ingreep met een resectoscoop te vermijden.
Activeer de elektrode niet nodeloos lang zonder onderbreking.
7. Gebruik geen smeermiddelen op metalen hulzen. Dit kan
de elektroden beschadigen.
8. Gebruik uitsluitend niet-geleidende irrigatiemiddelen, zoals
gedeïoniseerd water, glycine en glucose-oplossing, zodat
de elektrode juist snijdt.
9. Zorg dat er constant wordt geïrrigeerd tijdens de ingreep.
De distale tip van de elektrode moet te allen tijde in het
irrigatiemiddel zijn ondergedompeld en zichtbaar zijn.
Hierdoor blijft de distale tip koel en is er vrij zicht, hetgeen
zorgt dat onbedoelde brandwonden worden voorkomen
en dat het instrument juist werkt.
10. Laat de patiënt niet in contact komen met geaarde metalen
objecten, aangezien dit kan leiden tot ongewenste brandwonden.
11. Voorkom huid-op-huidcontact van de patiënt met zichzelf
(zoals blote armen in aanraking met het lichaam), aangezien
dit ongewenste elektrische stroomafgifte kan veroorzaken.
Gebruik droge gaasjes als afscheiding.
12. Tijdens gebruik van de elektrode kunnen elektromagnetische
storingen plaatsvinden in andere apparatuur. Als dit gebeurt,
deactiveert u de elektrode en controleert u of de registratie
het resultaat is van een werkelijk fysiologisch voorval.
NL-26