Uitgangsfunctie
De alarmen kunnen worden ingesteld voor werking in de gewenste modus.
Werking
1 *
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
* Fabrieksinstelling
Functie display:
hoog alarm
hoog-hoog alarm
laag alarm
laag-laag alarm
echoverlies-alarm
volpompbesturing
leegpompbesturing PD
Setpoints
De setpoints kunnen worden ingesteld daar
waar referentieniveau's, van het materiaal in de
tank dan wel van een doel, niet gegeven kunnen
worden. Deze methode kan ook worden gebruikt
voor het inregelen van de uitgangsniveau's die
worden verkregen door de referentiemethode
(Quick Start).
De setpoints worden gerekend vanaf het sensor-
oppervlak. Ze moeten niet worden ingesteld op,
of boven de onderdrukkingswaarde, noch op of
onder de bereiklimiet.
Instelling af fabriek: Relais 1 = 0,5 m (1.64 ft)
Relais 2 = 4,50 m (14.76 ft)
Pagina NL-14
Relais 1
Hoog alarm
Hoog alarm
Laag alarm
Hoog alarm
Laag alarm
Leegpompen
Leegpompen
Volpompen
Volpompen
Leegpompen
Volpompen
Leegpompen
Leegpompen
Volpompen
H
HH
L
hoog-hoog
LL
LOE
PU
laag-laag
Pointek ULS200 – QUICK START HANDLEIDING
Relais 2
Laag alarm
Hoog alarm
Laag alarm
LOE Alarm
LOE Alarm
Laag alarm
Hoog alarm
Laag alarm
Hoog alarm
LOE Alarm
LOE Alarm
Volpompen
Leegpompen
Volpompen
hoog
laag
ULS200
setpoint
onder-
drukken
bereik-
limiet
A5E32268616